ECLI:NL:RBAMS:2016:5731
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving brandveiligheidseisen logiesgebouw
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 september 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekers, die een last van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum van de gemeente Amsterdam aanvechten. Deze last, opgelegd op 21 juli 2016, verplichtte verzoekers om het gebruik van hun pand als logiesgebouw/hotel onmiddellijk te staken vanwege vlucht- en brandonveilige omstandigheden. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 30 augustus 2016 zijn verzoekers vertegenwoordigd door hun gemachtigde en is verweerder vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, samen met toezichthouders en een vertegenwoordiger van de brandweer. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen, waarbij de noodzaak van handhaving van de brandveiligheidseisen voorop stond. De brandweer had vastgesteld dat het pand niet voldeed aan de vereisten voor brandveiligheid, wat leidde tot de sluiting van het pand voor een periode van drie maanden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de sluiting niet onredelijk was, gezien de omstandigheden en het belang van de handhaving van de brandveiligheid. Verzoekers betwistten niet dat het pand niet voldeed aan de brandveiligheidseisen, maar stelden dat het gebruik van het pand als logiesgebouw legaal was op basis van eerdere vergunningen. De voorzieningenrechter concludeerde echter dat het gebruik van het pand als logiesgebouw niet legaal was en dat de sluiting gerechtvaardigd was. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.