Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 september 2016 in de zaak tussen
Procesverloop
.
Rechtbank Amsterdam
Op 15 september 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen een besloten vennootschap, handelend onder de naam [naam bedrijf], en het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van Stadsdeel West van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een handhavingsbesluit dat de verzoekster gelastte om voor 15 september 2016 een luchtbehandelingsinstallatie en koelinstallatie te verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 20.000,-. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om de begunstigingstermijn te verlengen tot 21 oktober 2016, zodat zij de tijd had om de vergunde situatie te realiseren zonder dat het restaurant gesloten moest worden.
De voorzieningenrechter overwoog dat de huidige installaties zonder omgevingsvergunning zijn geplaatst en dat handhaving in het algemeen belang is. De rechter stelde vast dat de verzoekster een omgevingsvergunning had aangevraagd en gekregen voor een nieuwe situatie, maar dat dit geen reden was om de begunstigingstermijn te verlengen. De rechter benadrukte dat de verzoekster zelf verantwoordelijk is voor de gevolgen van haar keuze om de bezwaarfase af te wachten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gegeven termijn van vier maanden om de installaties te verwijderen niet onredelijk kort was en dat het belang van de gemeente bij handhaving zwaarder weegt dan de belangen van de verzoekster.
Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat het handhavingsbesluit in bezwaar kon standhouden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 september 2016, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.