Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 september 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de Gemeente Amsterdam over de methodiek van kentekenparkeren en de verplichting om kentekens in te voeren bij het betalen van parkeerbelasting. De eiser, die regelmatig in Amsterdam parkeert, weigerde zijn kenteken in te voeren en ontving meerdere naheffingsaanslagen. Hij vorderde dat de Gemeente zou stoppen met het handhaven van parkeerbelasting via kentekenparkeren, omdat hij dit in strijd achtte met zijn privacyrechten en de wetgeving omtrent parkeerbelasting. De Gemeente voerde verweer en stelde dat het systeem van kentekenparkeren noodzakelijk is voor de effectiviteit van de belastingheffing.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente niet onrechtmatig handelt door het kentekenparkeren te handhaven. De rechter volgde het oordeel van het Gerechtshof Amsterdam dat het systeem van kentekenparkeren niet in strijd is met de Algemene wet inzake rijksbelastingen en dat de waarborgen die de Gemeente hanteert voldoende zijn om de privacy van burgers te beschermen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het invoeren van een kenteken niet onrechtmatig is, mits dit gebeurt in het kader van de heffing van parkeerbelasting, en dat de Gemeente niet verplicht is om alternatieve betaalmethoden aan te bieden die anoniem zijn. De vorderingen van de eiser werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.