4.3De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
Ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde:
op 20 mei 2016 te Amsterdam, [persoon 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [persoon 1] dreigend de woorden toegevoegd:
- ' ik ga jou pakken jij gaat dood' en
- ' ik ga jou pakken jij gaat er aan ik maak je dood' en
- ' jij kankerlijder zo ga ik je vermoorden', terwijl hij, verdachte, daarbij een telefoonsnoer om zijn eigen nek had gewikkeld, en
- dreigend een snijbeweging over zijn, verdachtes, keel gemaakt, terwijl hij voornoemde [persoon 1] aankeek.
Ten aanzien van het onder feit 2 ten laste gelegde:
op 20 mei 2016 te Amsterdam, [persoon 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een bloempot boven zijn, verdachtes, hoofd gehouden, alsof hij deze wilde gooien richting voornoemde [persoon 2] .
Ten aanzien van het onder feit 3 ten laste gelegde:
op 20 mei 2016 te Amsterdam, opzettelijk en wederrechtelijk het raam van een balie, toebehorende aan [zorgorganisatie] (vestiging [adres 2] ) onbruikbaar heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.