ECLI:NL:RBAMS:2016:6255
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.J.M. Langeveld
- B.E. Giesen
- Rechtspraak.nl
Intrekking bedrijfsparkeervergunning na verhuizing naar vergunninggebied met plafond van nul
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 14 september 2016 uitspraak gedaan over de intrekking van een bedrijfsparkeervergunning van verzoeker, die zijn bedrijf had verhuisd naar een nieuw adres. De intrekking was gebaseerd op artikel 37, eerste lid, aanhef en onder c, van de Parkeerverordening, omdat het nieuwe adres zich bevond in een gebied waar het vergunningenplafond op nul was vastgesteld. Verzoeker had eerder een vergunning ontvangen, maar na de verhuizing voldeed hij niet meer aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een parkeervergunning. Verzoeker had aangevoerd dat hij bij de verhuizing navraag had gedaan bij Cition en dat hem was verteld dat hij zijn vergunning kon behouden. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoeker zelf een zwaardere onderzoeksplicht had om te verifiëren of de informatie die hij had ontvangen correct was, gezien het belang van de vergunning voor zijn bedrijf. De voorzieningenrechter concludeerde dat de intrekking van de vergunning rechtmatig was en dat er geen aanleiding was voor een voorlopige voorziening. Het beroep van verzoeker werd ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen.