ECLI:NL:RBAMS:2016:6650
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een billijke vergoeding wegens niet aanbieden van een passende functie na ontslag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 4 oktober 2016 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoekster] tegen de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). [verzoekster] had een verzoek ingediend tot herstel van haar arbeidsovereenkomst, die per 1 september 2016 was opgezegd. De opzegging vond plaats na een procedure bij het UWV, waar NVB toestemming had gekregen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen vanwege bedrijfseconomische redenen. [verzoekster] stelde dat haar functie onterecht was vervallen en dat NVB haar niet de passende functie van Beleidsadviseur Privacy had aangeboden, wat volgens haar in strijd was met artikel 7:669 lid 3 BW. Subsidiair verzocht zij om een billijke vergoeding van € 185.000,00.
De kantonrechter oordeelde dat NVB niet voldoende had aangetoond dat de functie van [verzoekster] noodzakelijkerwijs moest vervallen en dat er een passende functie voorhanden was. De rechter concludeerde dat NVB ernstig verwijtbaar had gehandeld door de functie van Beleidsadviseur Privacy niet onvoorwaardelijk aan [verzoekster] aan te bieden. De kantonrechter wees het verzoek tot herstel van de dienstbetrekking af, maar kende [verzoekster] een billijke vergoeding toe van € 35.000,00. Tevens werd NVB veroordeeld tot betaling van de proceskosten van [verzoekster].