Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 oktober 2016 in de zaak tussen
[de man] , te Amsterdam, eiser
Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 oktober 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een man van veertig jaar die in de maatschappelijke opvang verblijft, en de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) als verweerder. De eiser had een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Tijdelijke subsidieregeling Extramurale behandeling, maar deze aanvraag werd door verweerder afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen grondslag is voor een indicatie op basis van de Subsidieregeling, omdat er geen verstandelijke handicap bij eiser kon worden vastgesteld. De rechtbank baseerde haar oordeel op medische adviezen die concludeerden dat de psychische problematiek van eiser niet voldeed aan de criteria voor een verstandelijke handicap. Eiser had eerder een intelligentietest ondergaan, maar de resultaten waren niet betrouwbaar te achten vanwege zijn cannabisgebruik. De rechtbank oordeelde dat de medische adviezen voldoende onderbouwd waren en dat verweerder terecht had geconcludeerd dat er eerst basisdiagnostiek vanuit de Zorgverzekeringswet moest plaatsvinden voordat een indicatie voor zorg kon worden vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht toegewezen.