In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.W.J. Ros, kantonrechter te Amsterdam, omdat zij meent dat de rechter vooringenomen is jegens haar. Dit verzoek is gedaan tijdens een mondelinge behandeling op 2 augustus 2016 in een lopende huurzaak, waarbij verzoekster gedaagde is en de stichting Woningstichting eiseres. Verzoekster heeft aangevoerd dat de rechter niet is ingegaan op haar eis in reconventie en haar niet de gelegenheid heeft gegeven om bewijsstukken over te leggen ter onderbouwing van haar standpunt. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat zij geen concrete aanwijzingen heeft gevonden voor vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in verschillende stadia van de procedure de gelegenheid heeft gehad om bewijsstukken over te leggen, maar deze mogelijkheden niet heeft benut. De rechtbank concludeert dat de vrees van verzoekster voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd is en dat de rechter zijn beslissingen op een begrijpelijke wijze heeft genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2016.