Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De verzoeken en verweren
- de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;
- primair te bepalen dat de afspraken zoals vastgelegd in de “finale verzie 2 juni 2015” getekende overeenkomst onderdeel uitmaken van de beschikking en aan de beschikking worden gehecht;
- subsidiair een door hem te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen te bepalen van € 500,- per maand, het ouderschapsplan aan de beschikking te hechten en een de verdeling van de huwelijksgoederen-gemeenschap vast te stellen conform zijn voorstel.
- de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;
- de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen van partijen bij haar te bepalen;
- te bepalen dat de regelingen zoals opgenomen in een door partijen overeengekomen ouderschapsplan onderdeel uitmaken van de beschikking;
- te bepalen dat de man gehouden is binnen vier weken na beschikking zijn medewerking te verlenen aan het beleggen van een bespreking tussen partijen, hun advocaten en een door elk van partijen te benoemen fiscalist; met als oogmerk om in die bespreking te komen tot een definitieve regeling over de gevolgen van de echtscheiding, waarbij de regeling van 2 juni 2015 als uitgangspunt te gelden heeft, met dien verstande dat de man heeft in te stemmen met:
4.De beoordeling
erblijfplaats minderjarige kinderen
- een door de man te betalen partneralimentatie aan de vrouw;
- een door de man te betalen kinderbijdrage ten behoeve van de kinderen;
- een regeling met betrekking tot de echtelijke woning;
- toedeling van de aandelen van Principal Company BV (de BV) aan de man;
- een regeling met betrekking tot de pensioenaanspraken;
- toedeling van de levensverzekering en koopsompolissen aan de vrouw;
- volledige draagplicht van de rekening-courantschuld van de BV bij de man.
eenvoudige geschillendie voldoende samenhang vertonen met de echtscheiding en die de procedure niet onnodig ophouden. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Partijen zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij de gevolgen van de echtscheiding willen afwikkelen. In de situatie dat het hen niet lukt om afspraken te maken over de minderjarige kinderen, een uitkering tot levensonderhoud en/of de afwikkeling van het huwelijks vermogen, kan daartoe door de rechter een voorziening worden getroffen. Het valt daarom naar het oordeel buiten het bestek van een echtscheidingsprocedure om de rechter, terwijl de voorzieningen (in dit geval door partijen zelf) reeds zijn getroffen, te verzoeken (een van) partijen op te dragen mee te werken aan en/of in te stemmen met een (fiscaal) gunstige uitwerking van die getroffen voorzieningen. Het verzoek van de vrouw dienaangaande wordt daarom afgewezen.
met inachtneming van de daarop te baseren fiscale optimalisatie en anderszins redelijke uitwerking, nog nader dient te worden uitgewerkt in een echtscheidingsconvenant en er daarom in zoverre geen geschil is tussen partijen, komt de rechtbank niet toe aan de behandeling van de voorwaardelijk door de vrouw geformuleerde verzoeken. Daarbij is door de rechtbank meegewogen dat de bedoelde overeenstemming betreffende het fiscaal optimaliseren van de afspraken naar zijn oordeel niet zodanig dient te worden opgevat dat een van partijen dient mee te werken aan het ontduiken of ontwijken van belasting, waar de man zich in ieder geval blijkens zijn toelichting ter zitting tegen verzet.
5.De beslissing
echtscheidinguit tussen partijen, gehuwd te [land] op [datum] ;