Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Ter zitting waren onder meer aanwezig mr. [eiser] , mr. Houtzagers en [naam] , senior juridisch adviseur bij de Raad voor de Rechtspraak.
2.De feiten
3.Het geschil
I. de Staat te verbieden om de kosten van rechtsbijstand van [oud-rechter] ter zake van de procedure bij het gerechtshof Den Bosch en daarmee samenhangende procedures te vergoeden;
II. de Staat te veroordelen mee te werken aan mediation volgens het reglement van de Stichting Federatie Mediators;
III. de Staat te veroordelen in de kosten van dit geding.
equality of arms. [eiser] betaalt al twaalf jaar alle proceskosten uit eigen zak, terwijl [oud-rechter] een blanco cheque heeft van de Staat en ongelimiteerd kan doorprocederen.
Over de vordering die ziet op mediation zegt de Staat dat de eisen die [eiser] stelt ver af staan van wat de Staat een redelijke oplossing vindt. Mediation heeft dan ook geen enkele zin. Wat nodig is om deze zaak af te ronden is duidelijkheid in de hoogste feitelijke instantie.
4.De beoordeling
equality of armsis. Op zich is juist dat in dit geval sprake is van een zekere onevenwichtigheid, omdat [oud-rechter] zijn kosten volledig vergoed krijgt en [eiser] niet, maar artikel 6 EVRM vereist niet dat partijen in een procedure zich in dezelfde (financiële) positie bevinden. Het gaat erom dat [eiser] in de gelegenheid is zijn zaak op een redelijke manier te presenteren en dat is voorshands het geval. Een partij die niet bij machte is een procedure te bekostigen kan bovendien een beroep doen op gefinancierde rechtsbijstand, zodat een beroep op afwezigheid van
equality of armshoe dan ook niet snel kan worden gehonoreerd.
816,00