ECLI:NL:RBAMS:2016:7100
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake intrekking exploitatievergunning en schrapping van gedooglijst voor coffeeshop na overtreding gedoogvoorwaarden
Op 2 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen [de man], h.o.d.n. [bedrijf], en de burgemeester van Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van een besluit van de burgemeester om [de man] van de lijst van inrichtingen waarin de verkoop van softdrugs wordt gedoogd te schrappen en zijn exploitatievergunning voor de duur van één week in te trekken. Dit besluit volgde op controles waarbij meer dan de toegestane hoeveelheid softdrugs in voorraad werd aangetroffen, wat leidde tot de conclusie dat de gedoogvoorwaarden voor de tweede keer binnen drie jaar waren geschonden.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om op te treden tegen de overtreding en dat het bestreden besluit in overeenstemming is met het gemeentelijke Stappenplan voor handhaving van de exploitatievergunningen. De voorzieningenrechter heeft de belangen van [de man] afgewogen tegen de belangen van de openbare orde en het woon- en leefklimaat. Hij oordeelde dat de burgemeester niet gehouden was om van het Stappenplan af te wijken, ondanks de argumenten van [de man] over de onevenredigheid van de sluiting en de impact op zijn onderneming.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het bestreden besluit hoogstwaarschijnlijk rechtmatig is en heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit betekent dat de burgemeester de exploitatievergunning van [de man] voor de duur van één week kan intrekken, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.