Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 29 januari 2016, met producties;
- antwoord in conventie/eis in reconventie, met producties;
- instructievonnis;
- repliek in conventie/antwoord in reconventie;
- dupliek in conventie/repliek in reconventie, met producties;
- dupliek in reconventie;
- dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
In conventie en in reconventie
(…)
Artikel 4(1) Het gehuurde is bestemd om te worden gebruikt als woning voor henzelf en het zal huurder niet vrijstaan, zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de verhuurder, een andere bestemming aan het gehuurde te geven.
(2) ….
(…)
Artikel 6(1) Huurder zal het gehuurde als een goed huisvader en overeenkomstig de aangegeven bestemming gebruiken, terwijl hij het bovendien overeenkomstig die bestemming van de nodige stoffering en meubilering zal voorzien en voorzien zal houden.
(2) (…)
(…)
In conventie
Vordering
a. voor recht te verklaren dat [gedaagde] in de uitvoering van de huurovereenkomst is tekort geschoten;
b. de huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van de woning;
c. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 9.310,60, te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten;
d. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en nakosten.
Verweer
In reconventie
Vordering
a. Rappange te veroordelen tot betaling van € 7.500,-- aan immateriële schade:
b. Rappange te verbieden het rustig huurgenot van [gedaagde] te schenden en/of inbreuk te maken op haar persoonlijke levenssfeer door onderzoek te verrichten of te laten verrichten bij en in de woningen van [gedaagde] in Arnhem en Amsterdam, op straffe van beurte van een dwangsom;
c. Rappange te veroordelen in de proceskosten en nakosten.
Verweer
Beoordeling
In conventie
- dat het gehuurde bestemd is tot woning;
- dat [gedaagde] die woning zelf dient te bewonen;
- dat [gedaagde] de woning overeenkomstig de bestemming van de nodige stoffering en meubilering dient te voorzien en voorzien dient te houden.
Niet gesteld of gebleken is – de schriftelijke huurovereenkomst geeft daar geen blijk van – dat partijen zijn overeengekomen dat de wijze van bewoning van de woning door [gedaagde] op zodanige wijze dient plaats te vinden dat zij daar haar hoofdverblijf dient te hebben. Op grond van hetgeen tussen partijen is overeengekomen, heeft dan ook tot uitgangspunt te dienen dat het gebruik van de woning door [gedaagde] als pied-a-terre, waarbij zij haar hoofdverblijf elders heeft, geen rechtstreekse tekortkoming oplevert jegens Rappange.
In reconventie
Voor zover de vordering van [gedaagde] berust op de kwalitatieve aansprakelijkheid van Rappange voor handelen van VKSS, is die vordering niet toewijsbaar. De vraag of VKSS normoverschrijdend en schadeplichtig heeft gehandeld, behoeft geen bespreking.