2.5.Bij brief van 15 februari 2016 heeft [naam 2] , werkzaam bij deJong&Laan Accountants Belastingadviseurs aan Vesting Finance Fiditon het volgende bericht:
“(…)
Namens de executeur in de nalatenschap van wijlen de heer [erflater] , mevrouw [eiseres] , het volgende.
Tot de nalatenschap van de heer [erflater] behoort een BV, te weten Facility Management Nederland BV. Na het overlijden bleek er sprake te zijn van een grote administratieve achterstand, zowel bij voornoemde BV als in privé, alsmede achterstallige fiscale verplichtingen en bleken er de nodige schuldeisers te zijn. Reden voor de erfgenamen om de nalatenschap beneficiair te aanvaarden.
Op verzoek van de executeur hebben wij, voor zover mogelijk, de nalatenschap in beeld gebracht. Allereerst naar de stand op datum overlijden en in de tweede plaats, vanwege mutaties in de tussenliggende periode, per 31 juli 2015. Een opstelling hiervan treft u aan in de bijlage. Uitdrukkelijk vermelden wij hierbij dat deze opstelling naar beste weten is gemaakt en ten aanzien van een aantal posten nog nader moet worden uitgezocht. Hierdoor kunnen nog (materiële) wijzigingen optreden.
Uit de inventarisatie is gebleken dat er drie grote schuldeisers op de nalatenschap zijn:
•
Mevrouw [naam 3] , de ex-partner van de heer [erflater] , met een claim uit hoofde van niet betaalde alimentatie en aanspraak op nabestaandenpensioen.
•
De belastingdienst met een claim uit hoofde van niet door de BV betaalde omzet- en vennootschapsbelasting, alsmede een claim uit hoofde van aanmerkelijk-belangheffing bij overlijden en erfbelasting.
•
De ING Bank, met een claim uit hoofde van de restschuld na verkoop van de woning.
In de periode na overlijden zijn door de erfgenamen bedragen aan de nalatenschap onttrokken. Enerzijds om verplichtingen voor de nalatenschap te betalen (diverse schuldeisers, rente hypotheek tot verkoop, etc.) maar ook om diverse privé uitgaven te bekostigen (waaronder de kosten vanwege de gedwongen verhuizing en tijdens het leven van de heer [erflater] door het gezin aangegane financiële verplichtingen). Voor zover dit thans in beeld en bekend is, zijn de bedragen die op de nalatenschap betrekking hebben afzonderlijk in de opstelling tot uitdrukking gebracht. In het saldo van € 209.014 zitten echter zeer waarschijnlijk nog de nodige kosten die betrekking hebben op de nalatenschap. Voor het overige betreft het privé opnamen die niet aan de nalatenschap zijn toe te bedelen en in principe aan de nalatenschap terugbetaald moeten worden.
Gezien de inkomenssituatie van de erfgenaam die het vruchtgebruik van de nalatenschap heeft gekregen, mevrouw [eiseres] , is de kans dat de onttrekkingen aan de nalatenschap terugbetaald kunnen worden klein.
De (voorlopige) conclusie is dat het saldo van de nalatenschap (fors) negatief zal eindigen en de verwachting is dan ook dat de schuldeisers voor een aanmerkelijk deel onbetaald zullen blijven. De afwikkeling van de nalatenschap zal in dat geval via de rechter geschieden en aangezien het vermogen van de nalatenschap voor het grootste deel bestaat uit een vordering in voornoemde BV die vanaf begin 2013 tot medio 2017 afgelost wordt, zal de afwikkeling nog een tijd in beslag nemen.
Voornoemde situatie heeft de executeur doen besluiten om met de drie schuldeisers in overleg te treden voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding, met als doel om uiteindelijk tot een positieve afwikkeling van de nalatenschap te komen.