Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 februari 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 11 mei 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 augustus 2016 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Naar aanleiding van de gesprekken welke wij vrijdag 12 juni jongstleden hebben gevoerd met de kandidaten willen wij het volgende laten weten. We hebben een goed beeld kunnen vormen van de kandidaten. (..) Wij geven de voorkeur aan [naam 6] als Horecamanager. We verzoeken jullie de overige kandidaten voor deze functies namens ons te bedanken.
Wij gaan voorlopig met twee Floormanagers van start. (..). Wat de samenwerkingsovereenkomst betreft kan ik melden dat wij akkoord gaan met de aangeboden vergoedingsfactor. Het salaris voorstel van 2.500,00 is niet door [naam 6] geaccepteerd. Wij zijn een bruto salaris overeengekomen van 2.750,00 per 1 juli. Tevens willen wij bespreekbaar maken graag de mogelijkheid zien om na 500 uur de Horecamanager over te nemen. Het salaris voorstel van 2.000,00 voor de Floormanagers wensen wij te handhaven. Wij willen graag voor aanvang van de Floormanagers op 15 juli, een gesprek arrangeren ter kennismaking met de Horecamanager. (..)
Beste [naam 6] ,
3.Het geschil
4.De beoordeling
Wij verzoeken jullie de overige kandidaten voor deze functie namens ons te bedanken”. Vervolgens heeft hij deze e‑mail ondertekend met “
[naam 3] , namens het bestuur Coöperatie World of Food”. Hierna is [naam 3] op dezelfde voet verder gegaan, bijvoorbeeld met zijn mededeling aan Randstad in zijn e-mail van 6 juli 2015 (r.o. 2.6) “
Wij gaan voorlopig met twee Floormanagers van start”, welke e-mail hij (in cc) ook aan [naam 1] , de voorzitter van het bestuur, heeft verzonden. Ook in deze e-mail heeft [naam 3] met zijn ondertekening tot uitdrukking gebracht dat hij deze ‘namens het (interim) bestuur van WOF’ verstuurde. [naam 1] , die deze e-mail dus ook heeft ontvangen, heeft vervolgens geen enkele actie ondernomen om Randstad te wijzen op het ontbreken van een toereikende volmacht voor [naam 3] . Voor zover WOF heeft getracht te stellen dat [naam 1] en/of de overige bestuursleden enkel op de hoogte was dan wel waren van de plannen van [naam 3] , maar niet van de daadwerkelijke uitvoering van die plannen en/of van de totstandkoming van de overeenkomst, kan dat niet worden gevolgd. Uit de onder 2.12 en 2.14 geciteerde correspondentie blijkt dat de overige bestuursleden niet alleen wisten dat er uitzendkrachten van Randstad waren ingeleend, maar zich ook actief met deze uitzendkracht(en) hebben bemoeid. De omstandigheid dat deze activiteiten na de totstandkoming van de overeenkomst hebben plaatsgevonden, doet niet ter zake. Zoals uit het voorgaande volgt, kan de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid ook berusten op feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan na de totstandkoming van de betreffende rechtshandeling. De bestuursleden van WOF hebben de ontstane situatie enige tijd laten voortbestaan, terwijl het op hun weg had gelegen om, indien zij het bestaan van een aan [naam 3] gegeven volmacht hadden willen betwisten, zo spoedig mogelijk aan Randstad mee te delen dat WOF zich niet aan de overeenkomst gebonden achtte. De rechtbank is niet gebleken van enige uitlating in dat kader. Randstad mocht dan ook, zowel op grond van het nalaten/niet ingrijpen van de overige bestuursleden van WOF als op grond van hun actieve gedragingen, redelijkerwijs aannemen dat door het bestuur van WOF aan [naam 3] een toereikende volmacht was verleend, zodat WOF op een eventuele onjuistheid van die veronderstelling geen beroep toekomt.
.Daar komt bij dat Randstad WOF in elk geval in een later stadium (opnieuw) van specificaties heeft voorzien. Nu WOF, die inmiddels de doorgegeven uren met de facturen heeft kunnen moeten vergelijken, ook thans nog heeft nagelaten toe te lichten of (en in hoeverre) er uren ten onrechte in rekening zijn gebracht, zal bij de verdere beoordeling van de juistheid van de inhoud van de facturen worden uitgegaan.
1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)