Op 13 december 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Marokko en zonder vaste woon- en verblijfplaats in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 augustus 2016 in Amsterdam samen met een ander een rugzak heeft gestolen, toebehorende aan een slachtoffer, en dat hij op dezelfde dag ook een mobiele telefoon heeft verduisterd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een ISD-maatregel had geëist, afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de ISD-maatregel in dit geval zou neerkomen op vreemdelingenbewaring, wat niet passend was gezien de verblijfsstatus van de verdachte en het ontbreken van een behandelplan. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de bewezenverklaring van de diefstal en verduistering vastgesteld. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, dat aantoont dat hij eerder voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte, ondanks eerdere straffen, blijft terugvallen in crimineel gedrag, wat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt.