Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
3.Verzoeken en verweren
4.De verdere beoordeling
partnership of acquestgeldt, nu zij geen daarvan afwijkende keuze notarieel hebben vastgelegd. Ingevolge artikel 414 van de
Civil Code of Quebecbrengt een huwelijk waarop dit stelsel van toepassing is mee dat er, naast het bestaan van privévermogen en verkrijgingen (
acquests), een
family patrimonywordt gevestigd bestaande uit in de
Civil Code of Quebecomschreven bepaald bezit van echtgenoten, onafhankelijk van de vraag wie eigenaar is van dat bezit. Ingevolge artikel 415 van de
Civel Code of Quebecbehoort tot een
family patrimonyonder meer de gezinswoning, die in het bezit is van (één van de) echtgenoten. Verder blijkt uit de
Civil Code of Quebecdat bij echtscheiding de netto waarde van de
family patrimonytussen de echtgenoten gelijkelijk wordt verdeeld. Op de nettowaarde wordt ingevolge artikel 418 van de
Civil Code of Quebec– voor zover hier van belang – in mindering gebracht het ingebracht vermogen van (een van de) echtgenoten gedurende het huwelijk ten behoeve van de aankoop of verbetering van het desbetreffende bezit dat tot de
family patrimonybehoort, indien dat vermogen verkregen is uit een erfenis of gift, alsmede de waardevermeerdering ontstaan vanaf het moment van de inbreng naar verhouding van dat ingebracht vermogen. De rechtbank leest artikel 418 van de
Civil Code of Quebeczo dat ook voorhuwelijks vermogen in mindering wordt gebracht op de netto waarde van de
family patrimony. [1]
doctor of lawsen
attorney at lawgevestigd te Montréal, Quebec, Canada) en het Internationaal Juridisch Instituut.
family patrimonyheeft geïnvesteerd, recht op verrekening van zijn inbreng op de netto waarde. Naar het oordeel van de rechtbank is door de man, in het licht van de betwisting van de vrouw, onvoldoende gesteld dat de enkele omstandigheden dat de woningen op beider naam zijn gezet en dat de stortingen in verband met de aankoop en de verkoop zijn geschied vanaf en op de gemeenschappelijke rekening, maken dat de desbetreffende bepalingen ten aanzien van de verdeling van
family patrimonyin het onderhavige geval niet van toepassing zijn en dat deze inbreng van de vrouw dient te worden gekwalificeerd als een schenking aan de man. Gezien de gemotiveerde betwisting van de vrouw, had het op weg van de man gelegen zijn stelling nader te motiveren. Nu hij dat heeft nagelaten, paassert de rechtbank zijn stelling.
Civil Code of Quebec, van oordeel dat de drie woningen waarin partijen tijdens het huwelijk gezamenlijk hebben gewoond, dus zowel de twee woningen in Israël als die in Amstelveen, alsmede het totaal van het geblokkeerde saldo op de gemeenschappelijke bankrekening ontstaan uit de verkoop van de woning, waarin partijen in Israël laatstelijk woonden, tot de
family patrimonybehoren. Dit brengt mee dat, indien en voor zover door partijen in de
family patrimonyingebracht vermogen voorhuwelijksvermogen betreft dan wel is verkregen uit erfenis of gift, dit op de netto waarde van de
family patrimonyin mindering dient te worden gebracht, alvorens tot verdeling bij helfte kan worden overgegaan.
family patrimony,nu zij zich beroept op het rechtsgevolg dat haar (al) het geld van de verkoop van de woningen toekomt. Voor zover de vrouw stelt dat al het vermogen dat zij ooit heeft gehad en nog heeft, wel afkomstig moet zijn uit de erfenis van haar vader dan wel voor huwelijksvermogen en uit een gift van haar moeder omdat zij niet over ander vermogen beschikte of heeft kunnen opbouwen, acht de rechtbank, gelet op de betwisting van de man, onvoldoende. Zo heeft de vrouw haar stelling dat zij geld heeft gekregen uit een erfenis en de hoogte hiervan niet onderbouwd, heeft zij geen overzicht verstrekt van hetgeen partijen aan privé-vermogen hadden ten tijde van de huwelijksvoltrekking en heeft zij evenmin een volledig overzicht van het verloop van haar privé rekeningen verstrekt.
gemeenschappelijkerekening, zodat ook in dat opzicht onvoldoende is komen vast te staan dat er een rechtstreekse relatie is tussen de op 21 oktober 2005, 24 januari 2006 en 24 maart 2006 gedane stortingen van de vrouw op de gemeenschappelijke rekening en de inbreng van vermogen in de
family patrimony
wijst het verzoek van de vrouw, te bepalen dat het saldo van de gemeenschappelijke bankrekening aan haar wordt toebedeeld, af;