In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 september 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Orange Global International B.V. (OGI) en een gedaagde, die als bestuurder van de ontbonden vennootschap Orange Global Vision B.V. (OGV) wordt aangesproken op zijn persoonlijke aansprakelijkheid. OGI vorderde betaling van onbetaald gelaten facturen ter hoogte van € 131.345,32, vermeerderd met rente en kosten, van de gedaagde, die als bestuurder van OGV een ernstig verwijt zou zijn te maken vanwege het niet nakomen van betalingsverplichtingen door OGV. De rechtbank heeft vastgesteld dat OGV op 24 maart 2015 is ontbonden en dat de gedaagde, ondanks de ontbinding, niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de onbetaald gebleven facturen. De rechtbank oordeelde dat OGI onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat OGV niet aan haar verplichtingen kon voldoen op het moment dat de bestellingen werden geplaatst. De rechtbank heeft de vorderingen van OGI afgewezen en OGI veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.