Op 20 december 2017 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van drugshandel en opzettelijk bezit van cocaïne en MDMA. De zaak kwam voort uit een onderzoek waarbij de verdachte op 20 januari 2017 werd geobserveerd terwijl hij betrokken was bij de verkoop van cocaïne aan verschillende personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 december 2016 tot en met 20 januari 2017 opzettelijk cocaïne heeft verkocht en afgeleverd. Daarnaast had hij op 20 januari 2017 een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne en MDMA in zijn bezit. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de bekennende verklaring van de verdachte in overweging genomen, maar heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft een gevangenisstraf van zeven maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining. Tevens is er een verbeurdverklaring van in beslag genomen geld van € 257,90.