Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 september 2017 in de zaak tussen
[de man] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam over de terugvordering van bijstandsuitkering. De eiser had in december 2014 een inkomen genoten dat de bijstandsnorm over het gehele boekjaar 2014 overschreed. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, het college, gehouden was om de bijstand over het hele jaar terug te vorderen, ondanks het feit dat de eiser altijd volledig had geïnformeerd over zijn inkomsten.
Het proces begon met een besluit van 8 december 2015, waarin de bijstandsuitkering van de eiser over 2014 werd teruggevorderd. Dit besluit werd in een later stadium door de verweerder bevestigd, ondanks het bezwaar van de eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in het vierde kwartaal van 2014 een winst had behaald die de jaarnorm voor de bijstand overschreed, en dat de bijstandsuitkering per 31 december 2014 was ingetrokken.
De rechtbank concludeerde dat de eiser niet tijdig om beëindiging van zijn bijstandsuitkering had gevraagd en dat de terugvordering op basis van artikel 58, tweede lid, onder a van de Participatiewet gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.