Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.Het bewijs
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen en maatregelen
10.Het beslag
11.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
€ 274,77.Met de officier van justitie, acht de rechtbank de vordering ter zake van materiële schade toewijsbaar tot dat bedrag.
[benadeelde 3], naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 3 bewezen geachte feit is toegebracht. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van
€ 274,77.
benadeelde partij [benadeelde 7]is € 11.741,- aan materiële schadevergoeding gevorderd.
niet-ontvankelijkte worden verklaard. De behandeling van de vordering levert, immers een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
12.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
29 (negenentwintig maanden.
teruggave aan verdachtevan het onder hem in beslag genomen geldbedrag ter hoogte van
€ 2.000,- (tweeduizend EURO)
[benadeelde 3]wonende op het adres
[benadeelde 3]voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.
[benadeelde 3]ter zake van immateriële schade af.
€ 274,77 (tweehonderdvierenzeventig EURO en zevenenzeventig CENT)bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur
van 5 dagen,met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[benadeelde 7]niet-ontvankelijk in haar vordering.
een taakstraf voor de duur van 50 uren,met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 25 dagen.