ECLI:NL:RBAMS:2017:1058

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2017
Publicatiedatum
23 februari 2017
Zaaknummer
13/707088-15
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens hennepteelt en diefstal elektriciteit

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Turkije in 1989, heeft de rechtbank Amsterdam op 9 februari 2017 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is vastgesteld dat in de woning van de verdachte een hennepkwekerij met 629 hennepplanten is aangetroffen. Daarnaast zijn er een blikje KA fruitpunch en een sigarettenpeuk gevonden met daarop het DNA van de verdachte. De officier van justitie stelde dat deze sporen voldoende bewijs vormden voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit. De verdediging daarentegen betoogde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te linken aan de hennepkwekerij, aangezien de aangetroffen sporen te weinig specifiek waren en er geen bewijs was van beschikkingsmacht over de kwekerij. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de sporen in de woning aanwezig waren, deze niet voldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit te bewijzen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het tenlastegelegde had gepleegd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/707088-15
Datum uitspraak: 9 februari 2017
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum] 1989,
niet ingeschreven in de Basisregistratie Persoonsgegevens, maar als postadres opgegeven het adres [adres 1] , [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

1.1.
Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 februari 2017.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. H.H. Boersma en van wat hij en de gemachtigd raadsman van verdachte, mr. C.C. Polat, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 04 juli 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 629 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.
hij op of omstreeks 04 juli 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich – samengevat weergegeven - op het standpunt gesteld dat de feiten bewezen kunnen worden verklaard omdat in de woning een peuk en een blikje KA fruit punch zijn aangetroffen en het daarop aangetroffen speeksel is geïdentificeerd op het DNA-profiel van de verdachte.
4.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft onder verwijzing naar zijn pleitaantekeningen geconcludeerd tot vrijspraak wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Verdachte is op geen enkele wijze te linken als eigenaar, huurder of onderhuurder van de woning waar de hennepplanten zijn aangetroffen. Er zijn andere personen in beeld die als verdachte aangemerkt kunnen worden.
Het in de woning aangetroffen DNA-materiaal op een blikje KA fruitpunch en de peuk kunnen noch afzonderlijk, noch in samenhang aan een bewezenverklaring bijdragen. Verdachte heeft verklaard dat hij niets met woning en de hennepplanten te maken heeft. De voorwerpen waarop zijn DNA is aangetroffen, zijn verplaatsbare objecten. Deze objecten zijn daarnaast te weinig specifiek om betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerij op te baseren. Ook als verdachte op enig moment in de woning zou zijn geweest, dan kan dit nog geen bewezenverklaring dragen omdat er geen sprake is van beschikkingsmacht over de kwekerij. Verder bevat het dossier onvoldoende bewijs om te concluderen dat sprake zou zijn van medeplegen.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
Op 4 juli 2014 heeft de politie in een woning op het adres [adres 2] te Amsterdam een hennepkwekerij met daarin 629 hennepplanten ontmanteld. In de woning zijn een blikje KA fruitpunch en een sigarettenpeuk aangetroffen met daarop het DNA van verdachte. De aangetroffen sporen wijzen dus in de richting van verdachte. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat deze sporen zich echter op voorwerpen bevinden die te weinig specifiek zijn om de betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerij en de daarmee gepaard gaande diefstal van elektriciteit aan te nemen.
Nu het dossier ook overigens geen verdere aanknopingspunten biedt waaruit van beschikkingsmacht over de kwekerij of enige andere betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde blijkt, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft gepleegd. Zij zal hem dan ook vrijspreken.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Edgar, voorzitter,
mrs. J.B. Oreel en J.J. Wirken, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Smeets, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 februari 2017.