Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 februari 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, handelend onder de naam [bedrijf], en de Gemeente Amstelveen, met AW Vessies Infra B.V. als gevoegde partij. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de gunning van een aanbesteding aan AW Vessies, omdat hij meende dat AW Vessies niet voldeed aan de geschiktheidseisen die in de offerteaanvraag waren gesteld. De gemeente had op 2 mei 2016 een Europese openbare aanbesteding gepubliceerd voor het inhuren van materieel voor 'Klein transport'. De eiser stelde dat AW Vessies niet beschikte over een noodzakelijke NIWO-vergunning, die vereist is voor het uitvoeren van beroepsvervoer met vrachtauto's met een laadvermogen van meer dan 500 kilogram.
Tijdens de zitting op 7 februari 2017 heeft AW Vessies verzocht zich te voegen aan de zijde van de gemeente, wat is toegewezen. De eiser vorderde onder andere dat de gemeente zou worden verboden om de overeenkomst met AW Vessies uit te voeren en dat de gunningsbeslissing zou worden ingetrokken. De gemeente en AW Vessies voerden verweer en stelden dat de geschiktheidseisen correct waren toegepast.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente niet onterecht had geoordeeld dat AW Vessies voldeed aan de geschiktheidseisen, en dat de eis van een Eurovergunning niet expliciet was gesteld in de offerteaanvraag. De vordering van de eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van geschiktheidseisen in aanbestedingsprocedures en de verantwoordelijkheden van de inschrijvers.