Op 17 maart 2016 is de veroordeelde door de meervoudige strafkamer te Amsterdam veroordeeld tot het verrichten van een taakstraf van 120 uren. Bij niet-nakoming zou vervangende hechtenis van 60 dagen worden opgelegd. Het Openbaar Ministerie heeft op 11 november 2016 de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis bevolen. De veroordeelde heeft op 28 januari 2017 een bezwaarschrift ingediend tegen dit bevel. Tijdens de zitting op 24 februari 2017 heeft de veroordeelde verklaard dat hij recent vader is geworden en te maken heeft met financiële problemen, waardoor hij zijn gezin niet kan onderhouden. Hij verzoekt om de mogelijkheid te krijgen de werkstraf alsnog te verrichten in plaats van de vervangende hechtenis uit te zitten. De officier van justitie heeft het verzoek afgewezen, maar de rechtbank oordeelt dat de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde zwaarder wegen. De rechtbank verklaart het bezwaarschrift gegrond en biedt de veroordeelde de kans om de werkstraf binnen 12 maanden te voltooien, met de mogelijkheid van flexibiliteit in de uitvoering. De rechtbank benadrukt dat de reclassering de uitvoering van de taakstraf zal coördineren en dat de veroordeelde zich actief moet inspannen om de taakstraf te voltooien.