In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 20 maart 2017, hebben eisers, een echtpaar, beroep ingesteld tegen besluiten van de Sociale verzekeringsbank die hun AOW-pensioen met ingang van 1 augustus 2016 hebben herzien naar de norm voor gehuwden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers sinds 1970 gehuwd zijn, maar niet samenwonen. Eisers ontvingen eerder AOW-pensioen naar de norm van alleenstaanden, omdat zij duurzaam gescheiden leven. Echter, na een huisbezoek en onderzoek door de Sociale verzekeringsbank, concludeerde verweerder dat er geen sprake meer was van duurzaam gescheiden leven. De rechtbank heeft de verklaringen van eisers en de objectieve feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder hun financiële verstrengeling en wederzijdse zorg. De rechtbank oordeelde dat eisers niet als duurzaam gescheiden levend konden worden aangemerkt, en dat de herziening van hun AOW-pensioen terecht was. De beroepen van eisers zijn ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierechten.