ECLI:NL:RBAMS:2017:1961
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening na sluiting van café wegens handgranaat
Op 30 maart 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een besloten vennootschap, exploitant van een café, en de burgemeester van Amsterdam. De burgemeester had op 8 februari 2017 besloten het café te sluiten na de vondst van een handgranaat in de horecagelegenheid. De vennootschap verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat het café weer open kon. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester het café mocht sluiten, omdat de aanwezigheid van een handgranaat een ernstig gevaar voor de openbare orde opleverde. De voorzieningenrechter benadrukte dat het niet relevant was hoe de handgranaat in het café was gekomen en dat de sluiting niet disproportioneel was, gezien de ernst van de situatie. De burgemeester had de bevoegdheid om het café te sluiten op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, artikel 2.10, en de voorzieningenrechter vond dat de belangen van de openbare orde zwaarder wogen dan de financiële belangen van de vennootschap. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, en stelde dat de burgemeester nog deze week een beslissing zou nemen over de heropening van het café.