De rechtbank stelt vast dat blijkens de rapportage van de verzekeringsarts [naam] van 22 januari 2016 het verzekeringsgeneeskundig onderzoek is gebaseerd op een dossierstudie waarbij kennis is genomen van de aanwezige medische en niet medische-stukken. Anders dan eiser stelt, blijkt uit het rapport dat er tijdens het spreekuurcontact van 22 januari 2016 een psychisch en lichamelijk onderzoek is verricht. In dit rapport is onder meer het volgende vermeld:
“(…)
Onderzoeksactiviteiten
Er vond op 4-1-2016 dossierstudie plaats, waarbij kennis werd genomen van de aanwezige medische en niet-medische stukken. Spreekuurcontact 22-1-2016. (…)
Psyche:ongestoord georiënteerd in trias, aandacht en concentratie normaal, in de overdracht aanvankelijk haast vijandig-achterdochtig, die zakt naar verloop af tot normale overdracht. Stemming neutraal. Karakterologisch tekenen van neiging tot solistisch, gevoelig voor krenking, controlebehoeftig.
Lichamelijk onderzoek:matig fors adipeus, krachtige lichaamsbouw, spierconditie maar matig ontwikkeld/ongetraind, Schouders: functie actief en passief ongestoord, milde impingement rechts, handkracht symmetrisch doch licht verminderd imponerend.
Wervelkolom: horizontaal bekken, symmetrische luchtfiguur, minimale redresseerbare scoliose, thoracaal convex naar rechts en lumbaal compensatoir naar links. Rotatie en lateroflexie symmetrisch licht tot matig pijnlijk beperkt. Schober 10 over 14.
Linker knie: slank, geen hydrops, functie ongestoord met zacht eindgevoel bij maximale flexie, meniscustekenen negatief, laterale band ietwat lax