ECLI:NL:RBAMS:2017:2364
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de rechter in een bestuursrechtelijke procedure
Op 2 maart 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek dat was ingediend door Mr. A.K. Mireku, bestuursrechter in de rechtbank Amsterdam. Het verzoek tot wraking was ingediend in het kader van een procedure tussen [ ] Hotel B.V. en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rechter was voorzitter van de meervoudige kamer die de zaak behandelde. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid, aangezien de rechter eerder had geoordeeld over een boete die aan [ ] was opgelegd op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. De rechter voelde zich niet vrij om de zaak te behandelen, omdat de eerdere boete ten grondslag lag aan het huidige besluit van het ministerie om de werkzaamheden van [ ] stil te leggen.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vooropgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de enkele omstandigheid dat dezelfde rechter een nieuwe zaak behandelt, niet automatisch leidt tot de conclusie dat deze niet onpartijdig kan oordelen. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was en heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, aangezien het verschoningsverzoek niet de indruk wekte dat de rechter zelf twijfelde aan zijn onpartijdigheid. De rechtbank heeft de beslissing op 2 maart 2017 openbaar uitgesproken, waarbij tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.