Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het op 29 maart 2016 ingekomen verzoekschrift;
- het daartegen op 7 juli 2016 ingediende verweerschrift, tevens houdende zelfstandige verzoeken;
- het verweer op zelfstandige verzoeken van de zijde van de vrouw, ingekomen op 10 februari 2017.
2.De feiten
3.De beoordeling
totalewaarde van het onroerend goed betreft. Evenmin heeft hij onderbouwd en aannemelijk gemaakt dat de vermelde waarde op onjuiste wijze is vastgesteld. Derhalve zal de rechtbank aansluiten bij een waarde van € 130,-. Het appartement zal aan de vrouw worden toebedeeld, onder de verplichting de helft van de waarde hiervan aan de man te voldoen.
- een betaalrekening bij de ABN AMRO met rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van de vrouw, waarvan het saldo op de peildatum € - 8,38 bedroeg;
- een betaalrekening bij de ABN AMRO met rekeningnummer [rekeningnummer 2] op naam van de man;
- een betaalrekening bij de ING Bank met rekeningnummer [rekeningnummer 3] op naam van de man.
4.De beslissing
echtscheidinguit tussen partijen, gehuwd te [plaats] op [datum] 2009;
pro formawordt voortgezet op
29 mei 2017, waarbij de man
uiterlijk 22 mei 2017het rapport van de nog te verrichten taxatie van de echtelijke woning dient te overleggen, alsmede de rechtbank dient te berichten omtrent zijn mogelijkheden het aandeel van de vrouw in de woning over te nemen en de vrouw te ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de op de woning rustende hypotheek, een en ander zoals hierboven overwogen in rechtsoverweging 3.16;