Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
[eiser]
de besloten vennootschap Sligro Food Group Nederland B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- conclusie van antwoord met producties
- instructievonnis
- dagbepaling comparitie van partijen
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Tijdens de eerste fase wordt zichtbaar dat de heer [eiser] veel fysieke klachten heeft, daar ook wisseling in ervaart en mede door het hoge medicijngebruik veel moeite heeft om zijn mentale weerbaarheid en geheugen scherp te houden, De fysieke beperking en de schommeling daarin laat het niet toe om te re-integreren bij werkgever. Wel zijn er regelmatig afspraken met bedrijfsarts, arbeidsdeskundige, casemanager, eenmalig bij mediator, 1.’ lijn psycholoog en zoekt hij weer naar onderzoeksmogelijkheden bij het AMC. In alles komt naar voren dat hij vooral naar het verleden kijkt en wat er de afgelopen jaren bij de werkgever is voorgevallen. Het naar voren kijken of naar zijn eigen toekomstperspectief gaat hem moeizaam af.[…]De heer [eiser] geeft mij de Indruk dat hij zijn rol als slachtoffer van de huidige situatie maar moeizaam kan doorbreken. Hij blijft veel fysieke beperkingen met daarin ook weer schommelingen ervaren. De stappen in de zoektocht naar haalbaarheid van passend werk buiten de eigen organisatie worden bemoeilijkt door zijn fysieke beperkingen en zijn laag concentratievermogen (vicieuze cirkel van boosheid, medicijngebruik en slaapgebrek In combinatie met weinig vertrouwen in anderen en daarmee ook weer meer Isolement en fysieke beperkingen).
Op grond van het onderzoek concludeer ik dat:a) Het eigen werk is niet passend of passend te maken.b) Er is geen ander passend werk bij werkgever te duiden.c) Werknemer is geschikt voor ander werk. Gedacht kan worden aan functies als portier, toezichthouder en lokettistd) Werknemer komt waarschijnlijk niet in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering in het kader van de WIA. Ik verwacht dat UWV per datum einde wachttijd WIA voldoende (theoretische) functies kan duiden waarmee het verlies van verdiencapaciteit minder dan 35% bedraagt. Uiteindelijk dient UWV dit te beoordelen.