In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, woonachtig in Duitsland, en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Eiser ontving een AOW-pensioen naar de norm van een alleenstaande, maar na onderzoek bleek dat hij sinds 16 juli 2013 samenwoont met zijn geregistreerde partner. Hierdoor had hij recht op een AOW-pensioen voor gehuwden of samenwonenden, wat leidde tot een terugvordering van € 9.648,39 wegens te veel ontvangen ouderdomspensioen en een bestuurlijke boete van € 4.140,-- wegens schending van de informatieplicht.
Eiser heeft tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn informatieplicht heeft geschonden door niet tijdig te melden dat hij samenwoonde. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete van € 4.140,-- evenredig en passend was, ondanks de financiële omstandigheden van eiser. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit omdat daarin een onjuist boetebedrag werd genoemd, en verklaarde het beroep van eiser gegrond. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht van € 46,--.
De rechtbank benadrukte dat de schending van de informatieplicht niet alleen objectief, maar ook subjectief aan eiser kan worden verweten. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde boete terecht was, gezien de omstandigheden van de zaak en de vastgestelde feiten.