ECLI:NL:RBAMS:2017:2498
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in mishandelingszaak na beoordeling camerabeelden en bewijsvoering
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1987 en ingeschreven op een adres in Amsterdam, heeft de rechtbank Amsterdam op 18 april 2017 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van mishandeling van twee personen tijdens een uitgaansavond op 11 augustus 2013. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van camerabeelden en getuigenverklaringen. Tijdens de zitting op 4 april 2017 heeft de officier van justitie, mr. N.M. Smits, vrijspraak gevorderd voor het primair ten laste gelegde feit en bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.L. van Gaalen, heeft eveneens vrijspraak bepleit en betwist dat de verdachte geweldshandelingen heeft verricht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de camerabeelden niet aantonen dat de verdachte opzettelijk geweld heeft gebruikt tegen slachtoffer 1. De bewegingen die de verdachte maakte, leken eerder bedoeld om het gevecht te beëindigen. Wat betreft slachtoffer 2 kon de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte de geweldshandelingen had gepleegd, aangezien er onvoldoende bewijs was dat hij de dader was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als degene die de geweldshandelingen heeft verricht, en heeft hem daarom vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partijen, slachtoffer 1 en slachtoffer 2, zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat er aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, onder leiding van voorzitter mr. A.C. Enkelaar, en de rechters mrs. M. van Mourik en G.D. Kleijne.