Op 21 december 2015 en 3 november 2015 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte Rezwan Mohamed Ajaj, die beschuldigd werd van meerdere geweldsdelicten. De rechtbank heeft op 18 april 2017, na een onderzoek ter terechtzitting op 4 april 2017, het vonnis gewezen. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], door middel van slaan met een fles en een kettingslot, en openlijke geweldpleging in vereniging. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte samen met mededaders betrokken was bij de geweldshandelingen, waarbij de slachtoffers ernstig letsel hebben opgelopen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van zware mishandeling en openlijke geweldpleging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en heeft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toegewezen tot een bedrag van € 1272,-. De rechtbank heeft geoordeeld dat de feiten strafbaar zijn en dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn voor de gepleegde feiten.