ECLI:NL:RBAMS:2017:313

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 januari 2017
Publicatiedatum
24 januari 2017
Zaaknummer
KG ZA 17-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot de Opstelstrook op Schiphol voor taxichauffeurs en de gevolgen van publiciteit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 januari 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Taxilijn en SchipholTaxi. Taxilijn, bestaande uit drie eisers, vorderde toegang tot de Opstelstrook op Schiphol, nadat SchipholTaxi hen deze toegang had ontzegd. SchipholTaxi had de toegang ontzegd op basis van de veronderstelling dat de eisers verantwoordelijk waren voor negatieve publiciteit in de media, die schadelijk zou zijn voor het bedrijf. De eisers ontkenden echter enige betrokkenheid bij de publiciteit en stelden dat de ontzegging van toegang onterecht was. De voorzieningenrechter oordeelde dat SchipholTaxi onvoldoende bewijs had geleverd voor de claim dat de eisers achter de krantenartikelen zaten. Bovendien werd vastgesteld dat de inhoud van de artikelen, die misstanden bij SchipholTaxi aan de kaak stelden, niet de vergaande maatregel van ontzegging van toegang rechtvaardigde. De voorzieningenrechter oordeelde dat Taxilijn een spoedeisend belang had bij toegang tot de Opstelstrook, aangezien zij zonder deze toegang aanzienlijke inkomsten miste. De rechter veroordeelde SchipholTaxi om de toegang tot de Opstelstrook te herstellen en legde een dwangsom op voor elke dag dat SchipholTaxi niet aan deze veroordeling voldeed. Tevens werd SchipholTaxi veroordeeld in de proceskosten van Taxilijn.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/621758 / KG ZA 17-22 MvW/BB
Vonnis in kort geding van 23 januari 2017
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 9 januari 2017,
advocaat mr. G. Reisenstadt te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BERGISCH BOEKHOFF EN FRISSEN PERSONENVERVOER B.V.,
gevestigd te Badhoevedorp,
gedaagde,
advocaat mr. B.P. van Luyn te Amsterdam.
Eisers zullen hierna ook wel gezamenlijk Taxilijn worden genoemd en gedaagde zal worden aangeduid als SchipholTaxi.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 16 januari 2017 heeft Taxilijn gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. SchipholTaxi heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van Taxilijn: [eiser sub 1] , [eiser sub 2] en [eiser sub 3] met
mr. Reisenstadt;
aan de zijde van SchipholTaxi: [naam] (directeur, hierna [naam] ) met mr. Van Luyn.

2.De feiten

2.1.
Eisers ( [eiser sub 1] en [eiser sub 2] met Taxilijn en [eiser sub 3] met Taxiservice Oud Amsterdam) exploiteren een taxibedrijf.
2.2.
SchipholTaxi is op basis van een op 1 juni 2014 met Schiphol Nederland B.V. gesloten ‘Overeenkomst Concessieverlening Taxivervoer vanaf luchthaven Schiphol’ gerechtigd om taxivervoer te verrichten vanaf het terrein van de luchthaven Schiphol (hierna: de Opstelstrook). SchipholTaxi laat de taxidiensten uitvoeren door bij haar aangesloten taxichauffeurs, waartoe tussen SchipholTaxi en de taxichauffeurs zogenoemde Aansluitingsovereenkomsten worden gesloten. Met ongeveer 140 chauffeurs, waaronder met Taxilijn, is een Aansluitingsovereenkomst gesloten. Voor aansluiting bij SchipholTaxi zijn chauffeurs verplicht een elektrische auto (Tesla) ter beschikking te hebben. Daarnaast hebben zij een bedrag van € 3.600,= aan goodwill aan SchipholTaxi moeten betalen en dienen zij voor het gebruik van de Opstelstrook een maandelijkse gebruiksvergoeding van € 700,= (inclusief BTW € 847,=) aan SchipholTaxi te betalen.
2.3.
In de Aansluitingsovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
‘9.1 Indien Aangeslotene in verzuim is in het kader van de Overeenkomst heeft SchipholTaxi hetrecht deze Overeenkomst te ontbinden (…)
9.3
Een tekortkoming van één van de in deze Overeenkomst voor de Aangeslotenevoortvloeiende verplichtingen rechtvaardigt deactivering van desbetreffende Aangesloteneop het Systeem dan wel ontzegging van de toegang tot de Opstelstrook van Aangeslotenedoor SchipholTaxi, zulks tot nader order dan wel tot beëindiging van diezelfdetekortkoming.
9.4
Aangeslotene is in verzuim in het kader van de Overeenkomst indien: aangeslotene nalatigis in één of meer van de verplichtingen voortvloeiende uit de Overeenkomst (…)
9.5
Ontbinding kan tevens geschieden middels opzegging van een der beide partijen metinachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden gerekend vanaf de maand volgend opde maand waarin de opzegging geschiedt.’
2.4.
In het op de Aansluitingsovereenkomst van toepassing zijnde Normen- en waardenprotocol staat voor zover hier relevant onder artikel 10 het volgende vermeld:
‘De chauffeur is verplicht:
(…)
c. Na te laten al hetgeen SCHIPHOLTAXI zou kunnen schaden.’
Het eveneens op de Aansluitingsovereenkomst van toepassing zijnde Maatregelenprotocol schrijft bij schending van artikel 10 sub c de volgende maatregelen voor:
‘1ste keer: (VW) geldboete
2de keer: 1 week OVW schorsing
3de keer: 1 maand OVW schorsing
4de keer: uitsluiting’
2.5.
Nadat het Gerechtshof te Amsterdam bij uitspraak van 14 april 2015 heeft geoordeeld dat op alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen op de luchthaven Schiphol taxivervoer mag worden verricht en aangeboden waardoor de toestroom van taxichauffeurs op Schiphol aanzienlijk is toegenomen, hebben eisers getracht SchipholTaxi te bewegen tot een verlaging van hun maandelijkse gebruiksvergoeding en compensatie van hun schade. Daarbij hebben eisers ook aan de orde gesteld dat zij bij aanvang van de Aansluitingsovereenkomst volgens hen ten onrechte ieder een bedrag van € 5.000,= contant aan (voormannen van) SchipholTaxi hebben moeten voldoen.
2.6.
Bij brief van 8 november 2016 heeft mr. A. Oass SchipholTaxi namens [eiser sub 1] aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade als gevolg van het niet meer exclusief op Schiphol kunnen aanbieden van taxidiensten. In deze brief wordt SchipholTaxi gesommeerd een voorstel te doen in het kader van een verlaging van de gebruiksvergoeding en compensatie van de schade bij gebreke waarvan rechtsmaatregelen zullen worden genomen.
2.7.
Op 3 november 2016 is er een artikel in het Haarlems Dagblad verschenen waarin melding wordt gemaakt van het voornemen van vijf taxichauffeurs om een bodemprocedure tegen SchipholTaxi te beginnen indien zij niet gecompenseerd worden voor de gewijzigde omstandigheid op Schiphol.
2.8.
Op 17 november 2016 heeft [eiser sub 1] bij de politie aangifte gedaan van bedreiging en oplichting door (handlangers van) SchipholTaxi. In het proces-verbaal van de aangifte is onder meer opgenomen dat [eiser sub 1] door twee door [naam] gestuurde personen bij zijn woning is opgewacht en bedreigd in verband met het door [eiser sub 1] aankaarten van zijn situatie bij SchipholTaxi.
2.9.
Op 20 december 2016 is in de Telegraaf een artikel gepubliceerd met als titel ‘Aangifte tegen directie SchipholTaxi’. In het artikel wordt aandacht besteed aan door chauffeurs genoemde misstanden bij SchipholTaxi, waaronder bedreiging, oplichting en het aannemen van steekpenningen.
2.10.
Bij e-mailbericht (en aangetekende brief) van 21 december 2016 heeft [naam] aan Taxilijn het volgende geschreven:
‘Zoals u weet is op 03 november jl een artikel verschenen in het Haarlems Dagblad waarin SchipholTaxi in een kwaad daglicht is gesteld. De aantijgingen in dit artikel komen overeen met de aantijgingen die u in diverse e-mails en gesprekken met ons hebt geuit. Naar aanleiding van uw aantijgingen hebben wij rondvraag gedaan onder enkele chauffeurs. Wij hebben toen geen bevestiging kunnen krijgen van de aantijgingen die u heeft gedaan. In reactie op het krantenartikel hebben wij gemeend het onderzoek breder te moeten maken en al onze SchipholTaxichauffeurs te bevragen. Wij hebben een overweldigend aantal reacties ontvangen. Geen van deze reacties bevestigt de aantijgingen in het krantenartikel, dan wel de door u gedane aantijgingen. Wel wordt u door verschillende chauffeurs aangewezen als degene die deze aantijgingen onder chauffeurs van Schipholtaxi uit.
Gisteren is helaas weer een bericht in de krant verschenen, ditmaal in de Telegraaf. Ook hierin wordt SchipholTaxi en haar directie in een kwaad daglicht gesteld zonder enige onderbouwing. Op basis van door ons verricht onderzoek hebben wij vastgesteld dat u achter deze berichtgeving zit. Dergelijke berichtgeving is erg schadelijk voor SchipholTaxi. Dit gedrag, maar zeker ook het overige dat zich heeft voorgedaan, achten wij dusdanig ernstig dat wij, op grond van artikel 9, lid 3 van de Aansluitovereenkomst, juncto artikel 10, lid C van het bijbehorende Normen en Waardenprotocol, hebben besloten de Aansluitovereenkomst op te zeggen en u met onmiddellijke ingang de toegang tot de opstelstrook voor taxi’s te ontzeggen door deactivering van uw transponder.
Vooralsnog blijft de met u gesloten Vervoerdersovereenkomst en Chauffeursovereenkomst intact, tenzij u deze zelf wenst te beëindigen, we zullen u niet houden aan de contractuele opzegtermijn. Wij stellen u hiermee in de gelegenheid om uw werkzaamheden voort te zetten, maar niet meer vanaf de opstelstrook voor taxi’s op het terrein van de luchthaven Schiphol of niet meer in persoon.’
Als onderwerp van het e-mailbericht is opgenomen:
‘opzegging Aansluitovereenkomst’.
2.11.
Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen de onder 2.10 vermelde e-mail van SchipholTaxi en daarbij laten weten niet achter de berichtgeving in de krant(en) te zitten. Dit heeft Taxilijn vervolgens bij brief van 29 december 2016 van haar advocaat herhaald, in welke brief Taxilijn SchipholTaxi heeft gesommeerd om Taxilijn weer toegang tot de Opstelstrook te verlenen.

3.Het geschil

3.1.
Taxilijn vordert samengevat - SchipholTaxi op straffe van een dwangsom te veroordelen onmiddellijk haar verplichtingen uit de Aansluitingsovereenkomst na te komen, waaronder het verschaffen van toegang tot de Opstelstrook met activering van het Systeem en toebedeling van ritten, met veroordeling van SchipholTaxi in de proceskosten.
3.2.
Taxilijn heeft daartoe gesteld, kort gezegd, dat zij door SchipholTaxi ten onrechte niet meer tot de Opstelstrook wordt toegelaten. Zij erkent dat zij na de uitspraak van het Gerechtshof, die ertoe heeft geleid dat de concurrentie tussen de taxichauffeurs op Schiphol aanzienlijk is toegenomen, bij SchipholTaxi heeft aangekaart dat de kosten die Taxilijn heeft gemaakt om toegelaten te worden en de door haar te betalen gebruiksvergoeding niet meer in verhouding staan tot haar opbrengsten. Daarbij hebben eisers zich ook beklaagd over de omstandigheid dat zij zonder enige grond ieder € 5.000,= contant hebben moeten betalen om toegelaten te worden. Met dit verhaal zijn zij echter niet naar de media gestapt. De artikelen in het Haarlems Dagblad en de Telegraaf, die kennelijk voor SchipholTaxi aanleiding waren om tot de schorsing van Taxilijn over te gaan, komen niet van hen, aldus eisers.
3.3.
SchipholTaxi voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat SchipholTaxi Taxilijn op 21 december 2016 de toegang tot de Opstelstrook met onmiddellijke ingang heeft ontzegd, waarmee SchipholTaxi geen uitvoering meer geeft aan haar uit de met Taxilijn gesloten Aansluitingsovereen-komst voortvloeiende verplichting om Taxilijn vanaf de Opstelstrook taxidiensten te laten verlenen. Taxilijn heeft er een spoedeisend belang bij zo snel mogelijk weer tot de Opstelstrook te worden toegelaten, nu zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij zonder taxiritten vanaf Schiphol aanzienlijke inkomsten mist terwijl zij wel hoge (lease)kosten heeft.
4.2.
Partijen verschillen van mening over de vraag of SchipholTaxi tot de beslissing om Taxilijn niet meer toe te laten tot de Opstelstrook had mogen komen. SchipholTaxi heeft zich op het standpunt gesteld dat eisers zich reeds geruime tijd op een zodanige wijze gedragen dat SchipholTaxi niet anders kon dan tot deze beslissing over te gaan. Vanaf de uitspraak van het Gerechtshof hebben eisers zich onmogelijk opgesteld waarbij zij niet alleen [naam] op een onheuse manier hebben benaderd en zwartgemaakt, maar ook andere taxichauffeurs tegen SchipholTaxi hebben opgestookt. De beschuldigingen die eisers over SchipholTaxi uiten zijn volgens SchipholTaxi bovendien onterecht. SchipholTaxi heeft aan het toelaten van eisers (en andere chauffeurs) de voorwaarden gesteld dat zij een Tesla ter beschikking moeten hebben en dat zij aan goodwill een bedrag van € 3.600,= dienen te voldoen. SchipholTaxi ontkent dat chauffeurs daarnaast nog een bedrag van € 5.000,= contant aan SchipholTaxi dan wel haar voormannen hebben moeten betalen. Daarvan leggen eisers ook geen bewijs over. Verder heeft SchipholTaxi haar chauffeurs nooit exclusiviteit op Schiphol aangeboden. De overeengekomen gebruiksvergoeding die Taxilijn te hoog vindt is daar dan ook niet aan gekoppeld. De gebruiksvergoeding is overigens in verband met de schorsing wel teruggebracht naar € 49,50 per maand. Het is ten slotte niet juist dat Taxilijn verstoken blijft van inkomsten, want zij kan haar taxidiensten met uitzondering van op Schiphol, overal blijven aanbieden. Voor deze diensten blijft Taxilijn, voor zolang de Aansluitingsovereenkomst duurt, ook aangesloten op de centrale van SchipholTaxi, aldus (steeds) SchipholTaxi.
4.3.
Voor beantwoording van de vraag of SchipholTaxi tot de beslissing had mogen komen om Taxilijn niet meer tot de Opstelstrook toe te laten is van belang wat partijen daarover in de Aansluitingsovereenkomst hebben afgesproken. Krachtens artikel 9 van deze overeenkomst heeft SchipholTaxi het recht om dit te doen indien Taxilijn in strijd handelt met een van de verplichtingen uit de overeenkomst. SchipholTaxi voert als grond voor haar besluit in haar brief van 21 december 2016 aan dat Taxilijn haar schade heeft berokkend (in strijd met artikel 10 van de overeenkomst) door te bewerkstelligen dat de hiervoor aangehaalde krantenartikelen zijn verschenen in het Haarlems Dagblad en de Telegraaf. Weliswaar heeft SchipholTaxi aangevoerd dat ook overige gedragingen van eisers tot haar beslissing hebben geleid maar daarover heeft zij in haar brief van 21 december 2016 geen concrete melding gemaakt zodat eventuele andere gronden te vaag zijn en buiten beschouwing worden gelaten.
4.4.
Taxilijn heeft allereerst gemotiveerd bestreden dat zij achter de krantenartikelen zit. In dit verband heeft zij naar voren gebracht dat een groot deel van de bij SchipholTaxi aangesloten chauffeurs klaagt over de werkwijze van SchipholTaxi en de angstcultuur die er binnen het bedrijf heerst. Volgens Taxilijn is SchipholTaxi ook verwikkeld (geweest) in gerechtelijke procedures met een andere chauffeur en oud-certificaathouders. Het is volgens Taxilijn dan ook niet onaannemelijk dat andere ontevreden relaties van SchipholTaxi contact hebben gezocht met de media.
De voorzieningenrechter is met Taxilijn van oordeel dat SchipholTaxi onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat eisers verantwoordelijk zijn voor de berichtgeving in het Haarlems Dagblad en de Telegraaf. In feite heeft SchipholTaxi niet meer gedaan dan gesteld dat hetgeen in de kranten is vermeld overeenkomt met hetgeen eisers bij SchipholTaxi hebben aangekaart. Dat is echter onvoldoende om van hun betrokkenheid uit te gaan. Het kan zomaar zijn dat andere bij SchipholTaxi betrokken personen zich tot de media hebben gericht. Daarbij is relevant dat Taxilijn aannemelijk heeft gemaakt dat mr. Oass die in het artikel van het Haarlems Dagblad wordt genoemd meerdere chauffeurs juridisch bijstaat.
Verder geldt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat, als al kan worden aangenomen dat Taxilijn achter de berichtgeving in de kranten zit, de inhoud van de artikelen evenmin de vergaande maatregel van een schorsing rechtvaardigt. In het artikel in het Haarlems Dagblad wordt uitsluitend melding gemaakt van een op handen zijnde bodemprocedure, hetgeen niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt. Het artikel in de Telegraaf beschrijft weliswaar misstanden binnen SchipholTaxi, hetgeen schadelijk kan zijn voor SchipholTaxi, maar dat neemt niet weg dat deze misstanden aan de kaak moeten kunnen worden gesteld. Daarbij is onder meer van belang dat niet aannemelijk is geworden dat de aangekaarte misstanden niet op waarheid berusten. Daartoe heeft SchipholTaxi in ieder geval onvoldoende weersproken dat de misstanden die in het artikel worden aangehaald daadwerkelijk aan de orde zijn. Het gaat daarbij met name om de ook voor Taxilijn belangrijke klacht dat chauffeurs om te worden toegelaten tot SchipholTaxi een bedrag van € 5.000,= contant hebben moeten betalen aan (voormannen van) SchipholTaxi. SchipholTaxi had op dit punt niet kunnen volstaan met een ongemotiveerde betwisting en verwijzing naar de mogelijkheid van het doen van aangifte in geval van ongeregeldheden. Er zijn meerdere klachten bij SchipholTaxi hierover ingediend door meerdere chauffeurs, hetgeen aanleiding had moeten zijn om de juistheid van de klachten te onderzoeken. Voor zover eisers zich hierover hebben uitgelaten tegen de Telegraaf prevaleert de vrijheid van meningsuiting in dit geval boven het belang bij SchipholTaxi van vrijwaring van haar onwelgevallige publiciteit.
Gelet op het voorgaande kan voorshands niet worden geconcludeerd dat Taxilijn ten onrechte aan SchipholTaxi schade heeft toegebracht en dat SchipholTaxi Taxilijn terecht de toegang tot de Opstelstrook heeft ontzegd. Taxilijn zal dan ook zo spoedig mogelijk weer op de Opstelstrook moeten worden toegelaten, totdat de Aansluitingsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd.
4.5.
Wat betreft de beëindiging van de Aansluitingsovereenkomst heeft SchipholTaxi aangevoerd dat de brief van 21 december 2016 tevens moet worden gezien als een opzegging van de Aansluitingsovereenkomst per 1 april 2017. Daarin wordt zij echter niet gevolgd. Weliswaar heeft de e-mail van 21 december 2016 als onderwerp ‘opzegging aansluitovereenkomst’ maar in het verdere bericht wordt geen datum genoemd en ook niet dat de tussen partijen geldende opzegtermijn van drie maanden in acht wordt genomen. Taxilijn had de brief van 21 december 2016 dan ook niet als zodanig hoeven opvatten.
4.6.
Het voorgaande leidt tot de hierna onder 5 te noemen beslissing.
4.7.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt.
4.8.
SchipholTaxi zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Taxilijn worden begroot op:
- dagvaarding € 85,21
- griffierecht 287,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.188,21

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt SchipholTaxi om onmiddellijk na betekening van dit vonnis haar verplichtingen uit de Aansluitingsovereenkomst jegens Taxilijn na te komen, waaronder maar niet uitsluitend door ieder van eisers weer toegang te geven tot de Opstelstrook met activering van het Systeem en toebedeling van ritten zoals bepaald in de Aansluitingsovereenkomst, een en ander totdat de Aansluitingsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd,
5.2.
veroordeelt SchipholTaxi om aan ieder van eisers een dwangsom te betalen van € 5.000,= voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordeling onder 5.1 voldoet jegens de betreffende eiser, tot een maximum van € 50.000,= voor iedere eiser is bereikt,
5.3.
veroordeelt SchipholTaxi in de proceskosten, aan de zijde van Taxilijn tot op heden begroot op € 1.188,21,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. B.P.W. Busch, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2017. [1]

Voetnoten

1.type: BPWB