In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 mei 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Verzoekster, een voormalig directeur van de Stichting Koninklijk Nederlands Geleidehondenfonds (KNGF), heeft het verzoek ingediend om duidelijkheid te krijgen over de besluitvorming omtrent haar bezoldiging en om te onderzoeken of er sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen door KNGF. De procedure is gestart na een publicatie in de media die de hoogte van haar beloning bekritiseerde, wat leidde tot reputatieschade voor verzoekster. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoekster voldoende belang heeft bij het horen van getuigen, waaronder (oud)leden van de Raad van Toezicht van KNGF, om haar positie in een mogelijke ontbindingsprocedure te kunnen beoordelen. De rechter heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toegewezen, waarbij de focus ligt op de besluitvorming over de toelichting in het jaarverslag 2015 en de uitlatingen van de RvT-leden over verzoekster. De rechter heeft bepaald dat in eerste instantie maximaal zes getuigen zullen worden gehoord en dat de kosten voor KNGF zijn vastgesteld op € 400,00 aan salaris van de gemachtigde van verzoekster. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.