ECLI:NL:RBAMS:2017:5019
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot parkeervergunning en naheffingsaanslag
Op 28 maart 2017 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.M. van der Linden-Kaajan, bestuursrechter te Amsterdam, naar aanleiding van een heropeningsbeslissing in een bestuursrechtelijke procedure. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder het proces-verbaal van de zitting van 14 maart 2017 en de beslissing tot heropening van de zaak op 21 maart 2017. Tijdens de zitting van 14 maart 2017 is verzoekster in beroep gegaan tegen de intrekking van haar parkeervergunning en een naheffingsaanslag door de gemeente Amsterdam. De gemeente heeft de naheffingsaanslag vernietigd, maar er was onduidelijkheid over de beroepsmatigheid van de gemachtigde van verzoekster, die ook haar echtgenoot is. De rechter heeft verzocht om aanvullende informatie over de beroepsmatigheid van de gemachtigde, wat verzoekster als een schending van de onpartijdigheid heeft ervaren.
De rechter heeft in haar reactie op het wrakingsverzoek gesteld dat het wrakingsverzoek is ingediend naar aanleiding van de heropeningsbeslissing en dat het noodzakelijk was om te verifiëren of er sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand. De rechter heeft betoogd dat het haar taak is om te beoordelen of de gemaakte kosten voor rechtsbijstand vergoed kunnen worden, ongeacht of de verweerder dat betwist. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen sprake was van vooringenomenheid van de rechter en dat het wrakingsverzoek ongegrond was. De beslissing van de rechter was voldoende gemotiveerd en niet onbegrijpelijk, waardoor het verzoek tot wraking werd afgewezen.
De rechtbank heeft de zaak voortgezet na kennisgeving aan verzoekster, in de stand waarin de procedure zich bevond ten tijde van indiening van het verzoek. Tegen deze beslissing staat op grond van artikel 8:18, vijfde lid Awb geen voorziening open.