Op 3 augustus 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 58-jarige man, die werd beschuldigd van het bedreigen van een gemeentelijke handhaver met een bijl. De zaak kwam ter terechtzitting na een onderzoek op 12 januari en 20 juli 2017. De officier van justitie, mr. M. Diependaal, vorderde een gevangenisstraf, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank oordeelde dat de man op 31 oktober 2015 in Amsterdam de handhaver, [naam slachtoffer], bedreigde met een bijl, maar kon niet vaststellen dat hij opzettelijk probeerde deze te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank sprak de man vrij van poging tot doodslag en zware mishandeling, maar achtte de bedreiging wel bewezen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand op, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de man veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, [naam slachtoffer], voor zowel materiële als immateriële schade. De vordering van de gemeente Amsterdam werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank baseerde haar beslissing op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, en concludeerde dat de man strafbaar was voor de bewezen bedreiging.