ECLI:NL:RBAMS:2017:5805

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2017
Publicatiedatum
9 augustus 2017
Zaaknummer
C/13/632446 / JE RK 17-736
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing en benoeming bijzondere curator in een jeugdzorgzaak met tegenstrijdige belangen

In deze zaak, geregistreerd onder de nummers C/13/632446 / JE RK 17/736 en C/13/633006 / JE RK 17/771, hebben de ouders van een minderjarige, geboren in 2003, verzocht om de schriftelijke aanwijzing van de William Schrikker Stichting (WSS) te vervallen te verklaren. De ouders stelden dat de WSS in strijd met de Jeugdwet handelt en dat hun kind, sinds de ondertoezichtstelling in november 2016, geen adequate hulp heeft ontvangen. De minderjarige is gediagnosticeerd met Obsessive Compulsive Disorder (OCD) en heeft een problematische thuissituatie, wat heeft geleid tot een verzoek om benoeming van een bijzondere curator. Tijdens de zitting op 1 augustus 2017 werd duidelijk dat de ouders en de WSS in een impasse verkeren, waarbij de ouders niet langer met de WSS willen samenwerken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er tegenstrijdige belangen zijn tussen de ouders, de minderjarige en de WSS, en heeft besloten dat het in het belang van de minderjarige is om een bijzondere curator te benoemen. Mevrouw mr. L. Scheffer is benoemd als bijzondere curator en zal de belangen van de minderjarige behartigen. De kinderrechter heeft het verzoek van de WSS tot bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing afgewezen, omdat deze inmiddels achterhaald is. De behandeling van de zaak is pro forma aangehouden tot 2 oktober 2017, waarbij de bijzondere curator een verslag van bevindingen aan de kinderrechter moet uitbrengen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Amsterdam
zaakgegevens:
C/13/632446 / JE RK 17/736 (verzoek vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing) C/13/632451 / JE RK 17/737 (verzoek bekrachtiging schriftelijke aanwijzing)
C/13/633006 / JE RK 17/771 (verzoek benoeming bijzondere curator)
datum uitspraak: 9 augustus 2017
Beschikking op verzoeken schriftelijke aanwijzing en benoeming bijzondere curator
In de zaken, geregistreerd onder nummer C/13/632446 / JE RK 17/736 en onder nummer C/13/633006 / JE RK 17/771, naar aanleiding van het op 13 juli 2017 ingekomen verzoekschrift van:
[moeder] ,wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
en
[vader] ,wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
tezamen genoemd de ouders,
advocaat mr. W.A.L. de Boer te Amsterdam,
alsmede in de zaak, geregistreerd onder nummer C/13/632451 / JE RK 17/737, naar aanleiding van het op 17 juli 2017 ingekomen verzoekschrift van:
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen de WSS,
betreffende:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , hierna te noemen de minderjarige.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de ouders van 12 juli 2017, ingekomen ter griffie op 13 juli 2017 en
  • het verzoekschrift met bijlagen van de WSS van 14 juli 2017, ingekomen ter griffie op 17 juli 2017.
1.2.
Op 1 augustus 2017 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de ouders, met bijstand van mr. De Boer, de moeder met bijstand van mevrouw H. Kulisanova, tolk Slowaaks, de vader met bijstand van mevrouw I. Alkhalidi, tolk Turks;
- [naam] , namens de WSS.
De minderjarige is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

2.De feiten

2.1
Het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt uitgeoefend door de ouders.
2.2
Bij beschikking van de kinderrechter te Amsterdam van 15 november 2016 is de minderjarige met ingang van 15 november 2016 voor de duur van een jaar onder toezicht gesteld.
2.3
De WSS heeft op 28 juni 2017 een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Hierin is het volgende opgenomen:
“Het gezin zal zo spoedig mogelijk de hulp hervatten van Spirit, specifiek, ‘in verbinding’ en wel een eerste gesprek starten in week 27”.

3.De verzoeken

3.1
De ouders hebben verzocht de schriftelijke aanwijzing van de WSS geheel vervallen te verklaren. Zij hebben daartoe gesteld dat de WSS handelt in strijd met artikel 4.1.1 van de Jeugdwet en de artikelen 3, 6 en 20 van het Verdrag inzake de rechten van het kind. Sinds de minderjarige onder toezicht is gesteld, hebben de minderjarige en de ouders nagenoeg geen hulp van de WSS mogen ontvangen. Sedert november 2016 gaat de minderjarige niet meer naar school. Een dagbesteding ontbreekt. De minderjarig is dreigend naar de ouders en hij is ongelukkig. Op verzoek van de ouders heeft de raadsman contact opgenomen met de huisarts, die de ouders en de minderjarige heeft doorverwezen naar De Bascule. Op 21 april 2017 is de minderjarige vervolgens opgenomen in Panama, een acute gesloten afdeling van de Bascule. De minderjarige is gediagnosticeerd met Obsessive Compulsive Disorder (OCD). Tijdens de opname bij de Bascule is de situatie dusdanig geëscaleerd dat de Bascule een procedure tot inbewaringstelling (IBS) in werking heeft gezet. De IBS is afgewezen, omdat er volgens de crisisdienst geen sprake was van acute psychiatrische problematiek. Op 14 mei 2017 is de minderjarige, tegen de zin van de ouders in, uit de Bascule ontslagen. De Bascule heeft de ouders geadviseerd om de minderjarige te plaatsen in een orthopedagogische gesloten behandelsetting. De ouders weten zich geen raad meer en zien geen heil in een interventie van Spirit.
3.2
De ouders hebben voorts verzocht een bijzondere curator te benoemen om de komende tijd de belangen van de minderjarige in de gaten te houden en waar nodig, zowel in al buiten rechte, te vertegenwoordigen in alle aangelegenheden betreffende zijn verzorging en opvoeding.
3.3
De WSS heeft verzocht de schriftelijke aanwijzing van 14 juli 2017 te bekrachtigen, welk verzoek ter zitting niet is gehandhaafd.

4.De standpunten

4.1
Ter zitting heeft de raadsman de verzoeken namens de ouders gehandhaafd. Hij heeft in aanvulling op het verzoekschrift verklaard dat de situatie tussen de ouders inmiddels zodanig is geëscaleerd dat de vader een huisverbod opgelegd heeft gekregen tot 13 augustus 2017, wegens mishandeling van de moeder. Volgens de raadsman is de WSS pas na de opname van de minderjarige in De Bascule in beweging gekomen. De raadsman is er niet van overtuigd dat de WSS zich voldoende heeft ingespannen om de minderjarige geplaatst te krijgen. Onduidelijk is waar de WSS de minderjarige heeft aangemeld en waarom de minderjarige is afgewezen. De raadsman stelt dat de ouders niet zijn geïnformeerd over de aanmeldingen en / of afwijzingen van de minderjarige. De raadsman heeft de WSS ter zitting in overweging gegeven om de minderjarige aan te melden bij de autismekliniek Lorna Wing van Dimence in Deventer.
4.2
Ter zitting heeft [naam] namens de WSS zich op het standpunt gesteld dat de voornoemde schriftelijke aanwijzing inmiddels achterhaald is en dat het verzoek om bekrachtiging ervan als ingetrokken dient te worden beschouwd. Daartoe heeft hij gesteld dat de WSS al maanden tevergeefs heeft gezocht naar een passende plek voor de minderjarige. De problematiek van de minderjarige is divers en zwaar. De instellingen die door de WSS zijn benaderd hebben laten weten de veiligheid van de minderjarige binnen hun instelling niet te kunnen garanderen. De WSS heeft tevens het Centrum voor Consultatie en Expertise om advies verzocht. Ook binnen het team van de WSS is de minderjarige een aantal keren besproken. De minderjarige is gescreend voor een gesloten plaatsing. De gedragsdeskundige heeft plaatsing in een gesloten setting afgeraden omdat de problematiek van de minderjarige niet aansluit bij de problematiek van de jongens die gesloten geplaatst zijn.
De WSS heeft uiteindelijk “InVerbinding” van Spirit willen inzetten, zijnde een team specialisten dat een zo passend mogelijk programma kan bieden en aan kan sluiten bij de hulpvraag van het gezin. De WSS acht het van groot belang dat er structuur komt in het leven van de minderjarige en dat hij een dagbesteding krijgt. De Trampoline, de dagbesteding van Philadelphia, heeft aangegeven te willen starten. Daarvoor is de hulp vanuit Spirit echter onontbeerlijk. De ouders zijn echter teruggekomen op hun toezegging mee te zullen werken met Spirit en zij hebben hulpverleners van Spirit niet binnengelaten. [naam] heeft verklaard dat hij morgen een overleg heeft met De Bascule en Arkin, geestelijke gezondheidszorg, GGZ en de interne gedragswetenschapper van de WSS om opnieuw te bespreken welke hulpverlening en of instelling het beste aansluit bij wat de minderjarige nodig heeft. Volgende week vindt een gesprek met de ouders plaats. Of de door de raadsman gesuggereerde instelling aansluit bij de OCD problematiek van de minderjarige, is de vraag. [naam] heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen de benoeming van een bijzondere curator.

5.De beoordeling

schriftelijke aanwijzing
5.1
Op grond van het bepaalde in het derde lid van artikel 1:263 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de gecertificeerde instelling de kinderrechter verzoeken een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen.
5.2
De WSS heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de schriftelijke aanwijzing van 28 juni 2017 is achterhaald, nu de ouders niet met Spirit in gesprek willen gaan en de inzet van “InVerbinding” niet mogelijk is gebleken. De ouders zullen dan ook niet aan de schriftelijke aanwijzing gehouden worden. Het verzoek tot bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing kan wat betreft de WSS als ingetrokken worden beschouwd.
5.3
Gelet op het ter zitting door de WSS gewijzigde standpunt zal de kinderrechter het verzoek afwijzen.
5.4
In het licht hiervan is de kinderrechter voorts van oordeel dat de aanwijzing van
28 juni 2017 feitelijk is achterhaald en dat de ouders geen belang meer hebben bij een beslissing op hun verzoek de aanwijzing vervallen te verklaren. Hetgeen de ouders in het kader hiervan hebben aangevoerd behoeft geen verdere bespreking.
benoeming bijzondere curator
5.5
Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt - voor zover hier van
belang - het volgende. Wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, kan, indien de zaak reeds aanhangig is, de desbetreffende rechter, indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk wordt geacht, daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen.
5.6
De kinderrechter stelt vast dat de ouders, de minderjarige en de WSS ernstig van mening verschillen over de uitvoering van de ondertoezichtstelling en in het bijzonder over de vraag met welke vorm van hulpverlening het belang van de minderjarige is gediend. Nu de ouders niet langer met de WSS in gesprek willen en de WSS zich - opnieuw - bezint op de vraag welke hulpverlening voor de minderjarige is geïndiceerd en samenwerking met de ouders daarbij van belang is, ook omdat de ouders na eerst in te stemmen met een bepaald voorstel vervolgens daarop terugkomen omdat de minderjarige dat niet wil, is een impasse ontstaan, waarvan de minderjarige het slachtoffer dreigt te worden. Daarnaast stelt de kinderrechter vast dat de ouders niet langer gezamenlijk in staat zijn de veiligheid van de minderjarige te garanderen. Door de moeder te mishandelen, verliest de vader de belangen van de moeder en de minderjarige uit het oog. Hem is tot 13 augustus 2017 een huisverbod opgelegd. De kinderrechter ziet in deze omstandigheden redenen aan te nemen dat in de onderhavige zaak sprake is van tegenstrijdige belangen. Zowel tussen de ouders, de minderjarige en de WSS, als tussen de ouders onderling en ook tussen de ouders en de minderjarige. Zij is dan ook van oordeel dat onder deze omstandigheden het in het belang van de minderjarige is dat een bijzondere curator zijn belangen behartigt. Om te waarborgen dat ook de stem van de minderjarige wordt gehoord, dient de minderjarige de mogelijkheid te krijgen om met zijn onafhankelijke belangenbehartiger in de persoon van de bijzondere curator te spreken. Dat er reeds een gezinsmanager betrokken is, maakt dit niet anders, aangezien de gezinsmanager in het kader van de ondertoezichtstelling voornamelijk een rol speelt bij de totstandkoming en voortzetting van de hulpverlening binnen het gezin en ten aanzien van de minderjarige, terwijl de bijzondere curator enkel en alleen is belast met de belangen van de minderjarige. Dat de onderhavige procedure feitelijk is beëindigd, doet evenmin af aan de noodzaak een bijzondere curator te benoemen.
5.7
De bijzondere curator zal voor een beperkte tijd en met een duidelijke taakomschrijving zijn werkzaamheden moeten verrichten. Het doel is dat er op korte termijn een geschikte plek gevonden wordt voor de minderjarige in een instelling waar hij behandeling krijgt en waar dagbesteding is. De taak van de bijzondere curator is om met de minderjarige te spreken over wat hij wil, alsmede met de ouders en de WSS teneinde tot een gezamenlijk standpunt te komen over welke plek geschikt is en om te kijken of de eventuele belemmeringen om de minderjarige daar geplaatst te krijgen kunnen worden verholpen. Daarbij lijkt het zinvol dat de bijzondere curator in een bemiddelingsgesprek met ouders, WSS en minderjarige kijkt of door het uitspreken over en weer van verwachtingen, teleurstellingen en mogelijkheden de ouders en de minderjarige enerzijds en de WSS anderzijds qua communicatie, samenwerking en wederzijds vertrouwen, (weer meer) op één lijn zijn te krijgen.
De kinderrechter vertrouwt erop dat de moeder de bijzondere curator de toegang tot de woning verschaft en de minderjarige in de gelegenheid stelt om met de bijzondere curator te spreken. Tevens vertrouwt de kinderrechter erop dat de ouders en de WSS de bijzondere curator toestemming verlenen informatie bij derden op te vragen en contact te hebben met alle betrokken instanties rond de minderjarige. Nu de WSS ter zitting heeft verklaard dat er op korte termijn gesprekken zijn met De Bascule, GGZ en Arkin, omdat er snel een plek gevonden zal moeten worden, zal de bijzondere curator meteen aan de slag dienen te gaan. De werkzaamheden zullen binnen nu en uiterlijk eind september afgerond dienen te zijn.
5.8
Mevrouw mr. L. Scheffer, bezoekadres: Zeeburgerdijk 50, 1094 AE Amsterdam, (e-mail: l.scheffer@vandoorncs.nl) en bereikbaar onder telefoonnummer 020-6935544 is bereid gevonden om in deze procedure als bijzondere curator op te treden en zal hiertoe door de kinderrechter worden benoemd.
5.9
De bijzondere curator wordt verzocht om een kort verslag van bevindingen aan de kinderrechter uit te brengen, waarop de ouders en de WSS desgewenst nog schriftelijk kunnen reageren. Daartoe zal de behandeling pro forma worden aangehouden tot 2 oktober 2017.
Mitsdien wordt als volgt beslist.

6.De beslissing

De kinderrechter:
- verstaat dat de ouders geen belang meer hebben bij beslissing over de vervallenverklaring van de door de WSS op 14 juli 2017 gegeven schriftelijke aanwijzing;
- wijst het verzoek van de WSS tot bekrachtiging van de op 14 juli 2017 gegeven schriftelijke aanwijzing af;
- benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] :
Mevrouw mr. L. Scheffer, bezoekadres: Zeeburgerdijk 50, 1094 AE Amsterdam
- bepaalt dat de bijzondere curator haar werkzaamheden zal uitvoeren conform de taakomschrijving als vermeld in rechtsoverweging 5.7 en een kort schriftelijk verslag zal uitbrengen aan de kinderrechter en aan partijen;
- houdt de behandeling daartoe pro forma aan tot
2 oktober 2017.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. H.C. Hoogeveen, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. H. Smulders, griffier, op 9 augustus 2017. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).