ECLI:NL:RBAMS:2017:6170

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2017
Publicatiedatum
25 augustus 2017
Zaaknummer
CV EXPL 17-6095
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van verzet tegen verstekvonnis en recht op transitievergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Kinderdagverblijf Buddies B.V. (hierna: Kdv Buddies) en een werkneemster, aangeduid als [geopposeerde]. De werkneemster had eerder een verstekvonnis verkregen waarin Kdv Buddies werd veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding. Kdv Buddies heeft verzet aangetekend tegen dit verstekvonnis, stellende dat het verstekvonnis niet in persoon aan haar directeur was betekend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Kdv Buddies ontvankelijk is in haar verzet, omdat zij voldoende bewijs heeft geleverd dat de betekening niet correct heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft de verklaringen van de directeur en medewerkers van Kdv Buddies in overweging genomen, die bevestigden dat de directeur op het moment van betekening niet aanwezig was.

Vervolgens heeft de kantonrechter beoordeeld of de werkneemster recht had op de transitievergoeding. Kdv Buddies stelde dat de arbeidsovereenkomst niet door haar toedoen was beëindigd, maar dat de werkneemster een aanbod tot verlenging had afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat Kdv Buddies in haar bewijs is geslaagd en dat de werkneemster geen recht had op de transitievergoeding, omdat de arbeidsovereenkomst niet op initiatief van Kdv Buddies was beëindigd. Het verzet van Kdv Buddies werd gegrond verklaard, het verstekvonnis werd vernietigd en de oorspronkelijke vordering van de werkneemster werd afgewezen. De werkneemster werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5786903 CV EXPL 17-6095
vonnis van: 7 augustus 2017
fno.: 452

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Kinderdagverblijf Buddies B.V.

gevestigd te Amsterdam
opposante
nader te noemen: Kdv Buddies
gemachtigde: mr. L.M.L. van Berkel
t e g e n

[geopposeerde]

wonende te [woonplaats]
geopposeerde
nader te noemen: [geopposeerde]
gemachtigde: mr. U.J. van der Veldt

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de navolgende processtukken en/of proceshandelingen:
  • oorspronkelijke dagvaarding van 17 oktober 2016 met producties;
  • verstekvonnis van 13 december 2016;
  • verzetdagvaarding van 2 maart 2017 met producties;
  • instructievonnis van 27 maart 2017;
  • antwoord in oppositie van 18 mei 2017;
  • dagbepaling comparitie;
  • twee aanvullende producties van gemachtigde van opposant.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 12 juni 2017. Voor Kdv Buddies zijn verschenen [naam 1] (hierna: [naam 1] ), directeur en [naam 2] , adviseur, vergezeld door de gemachtigde. [geopposeerde] is verschenen bij haar gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Vervolgens is de zaak tot 26 juni 2017 aangehouden in verband met schikkingsonderhandelingen. Bij faxbericht van 24 juni 2017 heeft de gemachtigde van [geopposeerde] aangegeven voort te willen procederen. Bij faxbericht van 26 juni 2017 heeft Kdv Buddies vonnis gevraagd, waarna een datum voor vonnis is bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[geopposeerde] is met ingang van 1 september 2014 voor de bepaalde tijd van een jaar als pedagogisch medewerkster voor 18 uren per week in dienst getreden van Kdv Buddies. Deze overeenkomst is vervolgens verlengd tot 1 september 2016.
1.2.
Het maandsalaris bedroeg € 1.002,00 bruto per maand exclusief vakantietoeslag.
1.3.
[geopposeerde] verrichtte haar werkzaamheden in een vestiging van Kdv Buddies in [vestigingsplaats] .
1.4.
Op 25 juli 2016 heeft er tussen partijen een gesprek plaatsgevonden over de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst te verlengen. Het gesprek is namens Kdv Buddies gevoerd door [naam 3] .
1.5.
Op 28 juli 2016 heeft er een gesprek tussen [naam 1] en [geopposeerde] plaatsgevonden.
1.6.
In een door [geopposeerde] voor ontvangst getekende brief van 28 juli 2016 heeft Kdv Buddies -voor zover relevant- het volgende geschreven:
“Geachte mevrouw [geopposeerde] , Beste [geopposeerde] ,
Zoals reeds besproken op 28 juli 2016 bevestigen wij u hierbij dat uw arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd.
Uw arbeidsovereenkomst zal derhalve per 1 september 2016 van rechtswege zijn beëindigd.
Wij vertrouwen er desondanks op dat wij ook gedurende deze laatste periode van onze arbeidsrelatie op een prettige wijze blijven samenwerken. (…)”
1.7.
Op 29 juli 2016 is [geopposeerde] op vakantie gegaan naar Marokko.
1.8.
Bij brief van 15 september 2016 heeft de gemachtigde van [geopposeerde] Kdv Buddies aangemaand en gesommeerd haar een transitievergoeding van € 1.071,36 te betalen.
1.9.
Bij dagvaarding van 17 oktober 2016 heeft [geopposeerde] gevorderd Kdv Buddies te veroordelen tot betaling aan haar van € 1.161,04 aan transitievergoeding, vermeerderd met rente. Bij verstekvonnis van 13 december 2016 is Kdv Buddies hiertoe veroordeeld.
1.10.
Het verstekvonnis is op 23 december 2016 om 13:50 uur betekend aan Kdv Buddies. Op het exploot van betekening is vermeld dat de betekening door gerechtsdeurwaarder [naam 4] , toegevoegd gerechtsdeurwaarder met standplaats Leeuwarden, heeft plaatsgevonden aan [naam 1] , directeur van Kdv Buddies.
1.11.
Op 2 februari 2017 is executoriaal beslag gelegd op de bankrekening van Kdv Buddies.
1.12.
Kdv Buddies heeft op 11 februari 2017 bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders een klacht tegen de deurwaarder ingediend.
1.13.
Op 2 maart 2017 is de verzetdagvaarding uitgebracht.
1.14.
Op 20 maart 2017 heeft Syncasso een verweerschrift ingediend bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders, waarin een verklaring van de betreffende gerechtsdeurwaarder is opgenomen, die luidt:
“Ik heb het vonnis op 23 december 2016 betekend om 13:50 uur. Ik heb dit duidelijk op mijn routelijst van die dag genoteerd. Ter plaatse heb ik aangebeld waarop werd gereageerd door een vrouw. Ik heb mijn naam genoemd en mijn functie en dat ik stukken voor het kinderdagverblijf had.
Even later werd de deur geopend door een vrouw en wederom mijn naam, functie en aard van mijn bezoek genoemd. Zij stelde zich voor als mevrouw [naam 1] en aldaar werkzaam (voor en in het kinderdagverblijf). Welke specifieke lichaamskenmerken zij heeft en had kan ik mij niet meer heugen. Een ding weet ik wel zeker dat zij aanwezig was in het kinderdagverblijf, de deur opende en de stukken in ontvangst heeft genomen. Ik had geen reden om te twijfelen aan haar mededeling ter zake haar naam. Ik weet nog dat ik tegen mij zelf heb gezegd: eindelijk iemand ter plaatse gesproken”.
Vaag staat mij het volgende bij dat zij kenbaar heeft gemaakt dat de “directeur” niet aanwezig was en pas over enkele dagen weer terug is.”

Vordering in oppositie

2. Bij verzetdagvaarding heeft Kdv Buddies gevorderd het verstekvonnis te vernietigen en de oorspronkelijke vordering van [geopposeerde] alsnog af te wijzen met veroordeling van [geopposeerde] in de kosten van het geding.
3. Kdv Buddies stelt ontvankelijk te zijn in haar verzet nu zij eerst door de beslaglegging op 2 februari 2017 kennis heeft genomen van het verstekvonnis. Zij betwist dat het verstekvonnis in persoon aan haar directeur is betekend. Volgens de deurwaarder heeft de betekening om 13:50 uur plaatsgevonden. [naam 1] heeft echter op die dag rond 12.00 uur de vestiging aan het [vestigingsplaats] verlaten en is die middag niet meer teruggekeerd. Ter zitting heeft [naam 1] dit bevestigd. Kdv Buddies heeft voorts verklaringen van meerdere medewerksters overgelegd. Ze zijn allen bereid onder ede een verklaring af te leggen. Kdv Buddies heeft dan ook -zo nodig- uitdrukkelijk aanvullend (mondeling) bewijs aangeboden.
4. Voorts stelt Kdv Buddies dat zij [geopposeerde] op 25 juli 2016 een verlenging van de arbeidsovereenkomst heeft aangeboden. Nadat [geopposeerde] had aangegeven dat zij een overeenkomst voor vier dagen wilde, hetgeen Kdv Buddies haar niet kon bieden, heeft Kdv Buddies haar aangeboden in contact te brengen met een gelieerde opvang Sam & Kids. In het tweede gesprek op 28 juli 2016 heeft [geopposeerde] het verlengingsaanbod van Kdv Buddies definitief afgewezen. Kdv Buddies heeft ter staving van haar stellingen een door haar medewerksters [naam 5] en [naam 6] getekende verklaring overgelegd, waarin zij verklaren dat [geopposeerde] het verlengingsaanbod met hen heeft besproken.
5. De arbeidsovereenkomst is dan ook niet op initiatief van de Kdv Buddies maar op initiatief van [geopposeerde] niet voortgezet, zodat zij geen recht heeft op een transitievergoeding.
6. [geopposeerde] heeft zich primair op het standpunt gesteld dat Kdv Buddies niet ontvankelijk is in haar vordering, omdat zij niet tijdig verzet heeft ingesteld. Het exploot van betekening is blijkens het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal aan de directeur in persoon uitgereikt. Zij beroept zich op artikel 157 Rv.
7. Subsidiair voert [geopposeerde] aan dat zij recht heeft op de transitievergoeding, omdat de arbeidsduur twee jaar was en de arbeidsovereenkomst eenzijdig door Kdv Buddies op 28 juli 2016 is opgezegd. Zij is ondanks dat [geopposeerde] zich beschikbaar heeft gehouden tot 1 september 2016 niet meer tot de werkplek toegelaten. Zij erkent dat haar een voorstel tot verlenging is gedaan, maar zij had dat voorstel nog in beraad. Een voorstel voor een slotgesprek om te kijken naar de verlengingsmogelijkheden heeft [geopposeerde] niet afgeslagen. De reden voor de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst was dat zij had geweigerd een extra dienst te draaien.

De beoordeling

ten aanzien van de ontvankelijkheid
8. De eerste vraag die voorligt en die partijen verdeeld houdt is of het verzet tijdig is ingesteld.
In artikel 143 Rv is bepaald dat een gedaagde die bij verstek is veroordeeld, daartegen in verzet kan komen. Indien het verstekvonnis in persoon is betekend, dient gedaagde binnen vier weken na betekening in verzet te komen. Indien het verstekvonnis niet in persoon is betekend, dient gedaagde in verzet te komen binnen vier weken na een door gedaagde gepleegde daad van bekendheid met het verstekvonnis. Deze bekendheid moet zien op het verstekvonnis dan wel de aangevangen tenuitvoerlegging van dat vonnis. Voldoende is dat gedaagde blijk geeft van bekendheid met de hoofdinhoud van het vonnis.
9. Als uitgangspunt dient te gelden dat een betekeningsexploot van de deurwaarder een authentieke akte is die tegen een ieder dwingend bewijs oplevert van hetgeen de ambtenaar binnen de kring van zijn bevoegdheid omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen heeft verklaard. Dit betekent in dit geval dat de kantonrechter ervan dient uit te gaan dat waar is wat de deurwaarder verklaart over de wijze van betekening. Tegenbewijs is echter mogelijk.
10. De kantonrechter is van oordeel dat Kdv Buddies dit tegenbewijs heeft geleverd. Immers, zij heeft diverse verklaringen van zowel haar directeur als haar medewerkers overgelegd, die haar stelling dat er geen betekening aan [naam 1] heeft plaatsgevonden, ondersteunen. Daar komt bij dat de deurwaarder zelf heeft verklaard dat hem bijstaat dat hem was gezegd dat de directeur niet aanwezig was en pas na enkele dagen weer terug zou zijn. Dit laatste onderbouwt het relaas van [naam 1] . Aannemelijk is dan ook geworden dat de deurwaarder naar de directeur heeft gevraagd, dat gezegd is dat de directeur er niet was en dat een derde namens de directeur de dagvaarding heeft aangenomen. Wie die derde was, is daarbij niet duidelijk geworden.
11. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Kdv Buddies in haar tegenbewijs is geslaagd, zodat niet is komen vast te staan dat het verstekvonnis op 23 december 2016 in persoon aan [naam 1] is betekend.
12. [geopposeerde] heeft overigens geen omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat Kdv Buddies eerder dan op 2 februari 2017 -door de beslaglegging- op de hoogte is gekomen van het verstekvonnis. Nu zij binnen vier weken nadien het verzet op de juiste wijze heeft ingesteld, kan Kdv Buddies in zoverre in haar verzet worden ontvangen.
transitievergoeding
13. De kantonrechter stelt vast dat [geopposeerde] de (oorspronkelijke) vordering tijdig heeft ingediend en derhalve in zoverre ontvankelijk is in haar vordering.
14. De kantonrechter dient vervolgens de vraag te beantwoorden of [geopposeerde] recht heeft op een transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 1 sub a BW. Uit hoofde van dit artikel is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd aan de werknemer indien de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en deze door opzegging door de werkgever of ontbinding op verzoek van de werkgever is beëindigd dan wel dat een tijdelijke arbeidsovereenkomst na 24 maanden op initiatief van de werkgever niet wordt voortgezet.
15. Nu Kdv Buddies zich op het standpunt heeft gesteld dat zij wel een verlenging van de arbeidsovereenkomst heeft aangeboden aan [geopposeerde] en dat deze die niet heeft aanvaard, maar nagelaten heeft dit in haar opzeggingsbrief van 28 juli 2016 te vermelden, rust op Kdv Buddies de bewijslast dat zij [geopposeerde] deze verlenging heeft aangeboden. De kantonrechter is van oordeel dat Kdv Buddies in dit bewijs is geslaagd.
16. Immers, ter zitting heeft (de gemachtigde van) [geopposeerde] erkend dat er namens Kdv Buddies een aanbod is gedaan om de arbeidsovereenkomst van 18 uur per week te verlengen. Daar komt bij dat [geopposeerde] de door Kdv Buddies overgelegde verklaringen van [naam 6] en [naam 5] , waarin zij verklaren dat [geopposeerde] hen na haar gesprek met de leiding heeft gezegd dat zij een vaste aanstelling van 18 uur aangeboden had gekregen maar deze had geweigerd omdat zij een aanstelling van 36 uur wilde, niet gemotiveerd heeft betwist.
17. Het voorgaande betekent dat [geopposeerde] geen recht heeft op een transitievergoeding, nu niet gebleken is dat de arbeidsovereenkomst door toedoen van Kdv Buddies is geëindigd. Het verzet zal gegrond worden verklaard en de (oorspronkelijke) vordering van [geopposeerde] zal worden afgewezen.
18. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [geopposeerde] veroordeeld in de proceskosten met uitzondering van de kosten van de verzetdagvaarding, die voor risico van Kdv Buddies komen.

BESLISSING

De kantonrechter:
verklaart het verzet gegrond en vernietigt het verstekvonnis dat op 13 december 2016 tussen partijen gewezen is;
wijst de vordering van [geopposeerde] af;
veroordeelt [geopposeerde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Kdv Buddies B.V. begroot op € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief BTW;
veroordeelt [geopposeerde] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [geopposeerde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de betalingsveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 augustus 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.