ECLI:NL:RBAMS:2017:6277

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 september 2017
Publicatiedatum
30 augustus 2017
Zaaknummer
C/13/633040 / KG ZA 17-850 CB/MB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op handelsnaam en logo van Surinaamse broodjeszaak in Amsterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 september 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de vennootschap onder firma TJIN'S EXOTISCHE BROODJES V.O.F. en verschillende gedaagden die de naam en het logo van TJIN'S gebruikten. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.M. Bodha, vorderde onder andere dat gedaagden zouden stoppen met het gebruik van de handelsnaam 'TJIN'S' en het bijbehorende logo, dat zij derden zouden verzoeken om hetzelfde te doen, en dat zij rectificaties zouden plaatsen in hun filialen en op hun websites. Gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C.S. de Boer, voerden verweer en stelden dat zij het gebruik van de naam en het logo zouden staken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van inbreuk op de handelsnaam en het auteursrecht van TJIN'S, en dat gedaagden het gebruik van de naam en het logo moesten staken. De vorderingen van TJIN'S werden grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele rectificaties die als disproportioneel werden beschouwd. De gedaagden werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/633040 / KG ZA 17-850 CB/MB
Vonnis in kort geding van 1 september 2017
in de zaak van
de vennootschap onder firma
TJIN'S EXOTISCHE BROODJES V.O.F.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 10 augustus 2017,
advocaat mr. T.M. Bodha te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

handelend onder de naam
[naam],
zaakdoende te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TJIN'S [naam zaak] .,
gevestigd te Amsterdam,
3. de vennootschap onder firma
TJIN'S [naam zaak] V.O.F.,
gevestigd te Amsterdam en haar vennoten:
4.
[gedaagde 4],
wonende te [woonplaats] ,
5.
[gedaagde 5],
wonende te [woonplaats] ,

6.[gedaagde 6] ,

handelend onder de naam
Tjin's [naam zaak], tevens handelend onder de naam
Tjin's [naam zaak],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. M.C.S. de Boer te Amsterdam.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 22 augustus 2017 heeft eiseres, hierna: TJIN'S, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding en akte wijziging/aanvulling van eis. Gedaagden, hierna gezamenlijk ook [gedaagde 1] . en afzonderlijk ook [gedaagde 1] of [naam] , Tjins [naam zaak] , Tjin’s [naam zaak] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en [gedaagde 6] , hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. TJIN'S en [gedaagde 1] . hebben producties in het geding gebracht en [gedaagde 1] . hebben hun standpunt doen toelichten aan de hand van een pleitnota. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig, voor zover hier van belang:
aan de zijde van TJIN'S: [naam 1] (hierna [naam 1] .) en [naam 2] (Hierna: [naam 2] .)
met mr. Bodha;
aan de zijde van [gedaagde 1] .: [gedaagde 1] , [naam 3] met mr. de Boer.

2.De feiten

2.1.
[naam 1] . en [naam 2] . zijn de vennoten van de vennootschap onder firma TJIN'S, opgericht in 2008. TJIN'S (althans haar rechtsvoorganger) exploiteert sinds 1991 een broodjeszaak in de [straat] te Amsterdam, gericht op de Surinaamse keuken, onder de naam : “TJIN'S”. Thans wordt “TJIN'S” gedreven door [naam 1] . en [naam 2] . De zaak is rond 1977 begonnen met de handel in Surinaamse broodjes in de keuken van een door [naam 1] . (althans familie van hem) gerunde platenzaak. [naam 1] . had in 1994 de besloten vennootschap Tjin’s Exotische Broodjes B.V. (hierna: de B.V.) opgericht. In 1994 zijn de activiteiten uitgebreid naar cateringdiensten en bezorgservices.
2.2.
Nadien zijn meerdere vestigingen van “TJIN'S” opgericht. In 1996 waren er zes vestigingen.
2.3.
TJIN'S hanteert het volgende logo:
2.4.
Op dit moment bestaan naast de zaak aan de [straat] een vestiging van “TJIN'S” aan het [naam zaak] , met als uitbater [naam uitbater] (hierna: [naam uitbater] ) en een vestiging in Almere (met als uitbater een broer van [naam 1] .).
2.5.
Op 12 januari 2016 heeft [gedaagde 1] de eenmanszaak [naam] opgericht, met als activiteit levering van cateringmaaltijden en bezorging. Volgens een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is de handelsnaam van deze onderneming “ [gedaagde 1] Tjins catering”.
2.6.
Op 24 mei 2016 heeft [gedaagde 1] het onder 2.3 links weergegeven (‘oude’) logo (in iets gewijzigde vorm, namelijk in de kleuren rood, geel, groen en blauw) gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau voor Klasse 43 Restauratie (het verstrekken van voedsel en dranken), met name met betrekking tot gerechten en dranken uit de Surinaamse keuken; diensten van afhaalrestaurants; bezorging en catering van gerechten uit de Surinaamse keuken. Het merk is op 10 augustus 2016 ingeschreven.
2.7.
Op 1 juli 2016 is de Vennootschap Onder Firma Tjin's [naam zaak] V.O.F. opgericht, waarvan de vennoten zijn [gedaagde 4] en [gedaagde 5] , met als handelsnamen ‘ [naam gedaagde 5 en 6] tevens handelend onder de namen Tjin's [naam zaak] en Tjin's [naam zaak] ’.
2.8.
In augustus 2016 is op de website www. [website] onder meer vermeld:

• Nieuwe zaak [naam zaak]
Opent 10 augustus haar deuren
• Tjin's [naam zaak] geopend
Al 40 jaar een begrip in Amsterdam en nu ook verkrijgbaar in [naam zaak] !
2.9.
Sinds 24 januari 2017 is aan de [naam zaak] te Amsterdam gevestigd de eenmanszaak [gedaagde 6] tevens handelend onder de naam Tjin’s [naam zaak] en Tjin's [naam zaak] . [gedaagde 6] exploiteert deze eenmanszaak al vanaf 2002, maar hanteert pas vanaf 16 december 2016 de naam Tjin's [naam zaak] en vanaf 24 januari 2017 de naam Tjin's [naam zaak] .
2.10.
Bij brief van 23 februari 2017 heeft (de raadsman van) TJIN'S [gedaagde 1] aangeschreven met het verzoek het door hem gedeponeerde merk aan TJIN'S over te dragen en een bedrag van € 1.744,37 aan kosten te vergoeden, aangezien met het merkdepot en door het gebruik van het logo inbreuk is gemaakt op de rechten van TJIN'S en [gedaagde 1] geen toestemming had om dat logo te gebruiken. Deze brief bevat onder meer de volgende passages:

TJIN'S heeft aan de verschillende vestigingen die haar formule, al dan niet in de vorm van een franchise, exploiteren de mogelijkheid geboden om het nieuwe logo, beeldmateriaal en overige reclame uitingen te gebruiken. Hiertoe diende deze vestigingen wel een afdracht aan TJIN'S te betalen ten einde de in vestering die TJIN'S heeft gedaan in de ontwikkeling van onder andere het logo terug te kunnen winnen. Een aantal vestigingen heeft hiermee ingestemd, een aantal niet.
Vervolgens heeft TJIN'S helaas geconstateerd dat u het logo van TJIN'S onder de naam van uw onderneming [gedaagde 1] Tjins Catering als merk bij het BBIE heeft gedeponeerd (…). TJIN'S heeft daarbij opgemerkt dat u een zakenrelatie bent van de heer [naam uitbater] , een van de vestiging houders van TJIN'S die besloten heeft om het nieuwe logo, beeldmateriaal en reclame uitingen van TJIN'Sniette gebruiken.
TJIN'S heeft [gedaagde 1] verzocht een vaststellingsovereenkomst te ondertekenen.
Een soortgelijke vaststellingsovereenkomst (wegens inbreuk op het logo) is voorgelegd aan (in ieder geval) Tjin's [naam zaak] en aan [gedaagde 6] .
2.11.
Op 9 november 2016 is de besloten vennootschap Tjin’s [naam zaak] ., opgericht. Oprichters zijn [naam uitbater] als bestuurder van Tjin's Exotische Broodjes [naam zaak] . en [gedaagde 1] ( [naam] ). [naam uitbater] hield 25% en [gedaagde 1] 75% van de aandelen. Bestuurder van Tjin's [naam zaak] . is [gedaagde 1] .
2.12.
De activiteiten van de in 2.7 tot en met 2.9 genoemde ondernemingen zijn het verkopen en bezorgen van Surinaamse broodjes en maaltijden. [naam] is franchisegever van deze ondernemingen.
2.13.
[naam] heeft onder de naam en met gebruikmaking van het logo van TJIN'S contracten afgesloten met bedrijfskantine [naam bedrijfskantine] , Restaurant [naam restaurant] , [naam site] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] .
2.14.
TJIN'S heeft verklaringen en berichten van internet in het geding gebracht van consumenten die “TJIN'S” broodjes hebben afgenomen van vestigingen van (franchisenemers van) [naam] en minder tevreden waren over de kwaliteit van de geleverde producten (productie 14 van TJIN'S).
2.15.
[gedaagde 1] . hanteren voor hun catering- en bezorgservice inmiddels de naam “ [naam bezorgservice] ”, met een van het logo van TJIN'S afwijkend logo.
2.16.
Volgens een uittreksel uit de KvK van 2 maart 2017 is [naam uitbater] sinds 14 november 2011 de enig aandeelhouder en bestuurder van de op 27 november 1997 opgerichte besloten vennootschap Tjin's Exotische Broodjes [naam zaak] .
2.17.
Onder de gedingstukken (productie 1 van [gedaagde 1] .) bevindt zich een verklaring van 16 augustus 2017 van [naam 7] . Daarin staat dat vanaf juni 2015 contact is geweest tussen hem en [naam uitbater] , in het kader van samenwerking, waarbij [naam] de bezorging vanuit de winkel van [naam uitbater] ter hand zou nemen. Verder staat in de verklaring dat [gedaagde 1] . er van uitgingen dat [naam uitbater] de naam en het logo van TJIN'S mocht gebruiken en dat [naam uitbater] van het merkdepot op de hoogte was. Tenslotte is vermeld dat de samenwerking tussen [naam] en [naam uitbater] in het voorjaar van 2017 is geëindigd.

3.Het geschil

3.1.
TJIN'S vordert, samengevat, na wijziging van eis,
gedaagden te bevelen:
I. de inbreuk op de handelsnaam “TJIN'S” te staken en gestaakt te houden;
II. derden met wie gedaagden hebben gecontracteerd op te dragen het gebruik van de handelsnaam “TJIN'S” te staken en gestaakt te houden;
III. de URL’s die de handelsnaam “TJIN'S” bevatten, waaronder [website] , [website] en [website] .nl kosteloos aan TJIN'S over te dragen;
IV. in de door gedaagden geëxploiteerde filialen gedurende 30 dagen een (bord met) een rectificatie te plaatsen, zoals nader omschreven in het petitum, onder meer inhoudend dat [gedaagde 1] . inbreuk hebben gemaakt op de handelsnaamrechten en het auteursrecht van TJIN'S;
V. de onder IV genoemde rectificatie gedurende dezelfde periode ook te plaatsen op de homepage van de website [website] en op andere door gedaagden geëxploiteerde websites;
VI. derden waarmee gedaagden zaken hebben gedaan met hantering van de handelsnaam “TJIN'S” en het logo van TJIN'S op te dragen de onder IV en V genoemde rectificatie gedurende dezelfde periode op hun websites te plaatsen en (voor zover van toepassing) op drie goed zichtbare plaatsen in hun bedrijfskantines te hangen;
VII. de hiervoor bedoelde rectificatie in tenminste één nationaal en in één regionaal dagblad te plaatsen;
VIII. een volledig overzicht aan TJIN'S te doen toekomen van (de contactgegevens van) de derden met wie gedaagden hebben gecontracteerd, om te kunnen controleren of aan het bevel onder II en/of VI is voldaan;
IX. een volledig overzicht aan TJIN'S te doen toekomen van de producten en de hoeveelheid daarvan die zijn ingekocht en verkocht onder gebruik van de handelsnaam “TJIN'S” dan wel ten behoeve van de respectievelijke ondernemingen waarvoor gedaagden de naam “TJIN'S” hebben gebruikt;
Dit alles op straffe van verbeurte van dwangsommen en met hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de (werkelijke) proceskosten ( tot heden een bedrag van € 11.264,00) (IX en X);
Na aanvulling van eis vordert TJIN'S daarnaast, eveneens op straffe van verbeurte van dwangsommen:
- om Tjin's [naam zaak] , Tjin's [naam zaak] en [gedaagde 6] te bevelen om een einde te maken aan het onrechtmatig handelen jegens TJIN'S, meer in het bijzonder door ieder gebruik van de naam “TJIN'S” en, met betrekking tot Tjin's [naam zaak] , ook het gebruik van het logo van TJIN'S te staken en gestaakt te houden;
- om [naam] te bevelen om de overige gedaagden te verplichten zich aan deze bevelen te houden;
- om [naam] te bevelen om de website [website] niet meer door te linken naar de website www. [website] ;
Gelet op de inhoud van de gevorderde rectificatie en het behandelde ter terechtzitting vat de voorzieningenrechter de vorderingen van TJIN'S zo op dat onder het staken van het gebruik van de handelsnaam van TJIN'S in ieder geval ook wordt begrepen het staken en gestaakt houden van het gebruik van het logo, zoals weergegeven onder 2.3, op basis van de daarop rustende auteursrechten van TJIN'S.
Tot slot vordert TJIN'S om te bepalen dat indien Tjin's [naam zaak] niet aan de verplichtingen uit het dictum kan voldoen, haar vennoten [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hoofdelijk gehouden zijn tot nakoming van die verplichtingen; en om de termijn als bedoeld in artikel 1019i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) te stellen op zes maanden, althans op een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn.
3.2.
[gedaagde 1] . voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Met betrekking tot de feiten staat voorop dat TJIN'S de zaak aan de [straat] exploiteert, [naam uitbater] die aan het [naam zaak] en (franchisenemers van) [naam] die aan de [naam zaak] , het [naam zaak] en het [naam zaak] .
De aanvankelijk ook bestaande zaak aan de [naam zaak] is sinds 28 april 2017 gesloten. Alleen [naam uitbater] is gerelateerd aan TJIN'S, in die zin dat TJIN'S erkent aan hem toestemming te hebben verleend tot gebruik van de naam “TJIN'S’ en het logo, volgens TJIN'S uitsluitend ten behoeve van de vestiging aan het [naam zaak] . Dat een broer van [naam 1] . ook nog een zaak zou exploiteren in Almere is voor een beoordeling van de vorderingen in dit kort geding niet van belang.
4.2.
[gedaagde 1] . hebben allereerst, met verwijzing naar artikel 21 Rv aangevoerd dat TJIN'S niet ontvankelijk dient te worden verklaard, dan wel haar vorderingen moeten worden afgewezen, omdat zij onwaarheden in de dagvaarding zou hebben opgenomen, door daarin te zetten dat [gedaagde 1] . hebben gesteld de naam TJIN'S te zullen blijven gebruiken, terwijl het tegendeel het geval is.
[gedaagde 1] . stellen al bij brief van 17 juli 2017 te hebben verklaard het gebruik van de naam en het logo van TJIN'S te zullen staken en zelfs bereid te zijn om een onthoudingsverklaring met boetebeding te ondertekenen. Volgens [gedaagde 1] . is het kort geding daarom onnodig en is het TJIN'S alleen te doen om een proceskostenveroordeling. Ter onderbouwing van hun stellingen hebben [gedaagde 1] . (in de pleitnota) verwezen naar een aantal passages in de dagvaarding.
4.3.
Aan [gedaagde 1] . kan worden toegegeven dat de citeerde passages uit de dagvaarding als:
“(…) stellen dat zij het gebruik niet zullen staken (…) en de handelsnaam “TJIN'S” (…) zullen blijven gebruiken” ongelukkig zijn geformuleerd, aangezien TJIN'S niet heeft weersproken dat (de raadsman van) [gedaagde 1] . bij brief van 17 juli 2017 al heeft verklaard dat [gedaagde 1] . het gebruik van de naam en het logo van TJIN'S zullen staken.
Aan de andere kant betwisten [gedaagde 1] . (ook nu nog) dat van een inbreuk op de handelsnaam (of auteursrechten) van TJIN'S sprake is, hebben [gedaagde 1] . erkend dat er nog een lichtbak met de naam en het logo van TJIN'S op de winkel aan het [naam zaak] is bevestigd en zijn op internet nog diverse naar ondernemingen van [gedaagde 1] . gerelateerde verwijzingen/berichten te vinden waarin de naam “TJINS” voorkomt. Over een schriftelijke met een boete versterkte onthoudingsverklaring en over overdracht van het merk en de domeinnamen hebben partijen bovendien (nog) geen overeenstemming bereikt.
Onder deze omstandigheden wordt geoordeeld dat de wat minder gelukkige formulering niet kan worden opgevat als het verkeerd voorlichten van de rechter waaraan verregaande consequenties zoals door [gedaagde 1] . zijn bepleit moeten worden verbonden. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
4.4.
Ook het betoog van [gedaagde 1] . dat het TJIN'S zou ontbreken aan een spoedeisend belang bij haar vorderingen, faalt. Zoals hiervoor overwogen circuleert de naam TJIN'S onder aan [gedaagde 1] gelieerde ondernemingen en is voldoende aannemelijk (onder meer op grond van de als productie 14 in het geding gebrachte uitingen) dat het publiek de verschillende ondernemingen van partijen met elkaar in verband heeft gebracht. De website [website] is nog steeds in de lucht. Als bij dit alles sprake is van inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van TJIN'S en/of op andere wijze onrechtmatig handelen jegens haar, heeft zij er belang bij dat daaraan zo spoedig mogelijk een einde komt.
4.5.
[gedaagde 1] . hebben verder aangevoerd dat voorshands onvoldoende duidelijk is dat TJIN'S de rechthebbende is op de handelsnaam “TJIN'S” en het bijbehorende logo. Ook daarin zal [gedaagde 1] . niet worden gevolgd. Weliswaar hebben wisselingen plaatsgevonden in de (rechts)personen die de diverse vestigingen hebben geëxploiteerd, maar [gedaagde 1] . heeft niet, althans onvoldoende betwist dat de vestiging aan de [straat] al sinds 1991 bestaat en dat [naam 1] . en [naam 2] . (sinds 2008 met de vennootschap onder firma TJIN'S) daarachter de drijvende krachten zijn, daarbij al jarenlang zaken doend onder de naam “TJIN'S” met gebruikmaking van het onder 2.3 weergegeven logo. Voldoende aannemelijk is dan ook dat zij “TJIN'S” als handelsnaam gebruiken en daarop de rechthebbende zijn, alsook op de (auteurs-) rechten op het logo. [gedaagde 1] . gebruiken de naam “TJIN'S” pas vanaf 2016/2017.
4.6.
Verder heeft [gedaagde 1] . aangevoerd dat [naam] bij het gebruik van de naam TJIN'S en het merkdepot volledig te goeder trouw geweest.
[gedaagde 1] was weliswaar bekend met de broodjeszaak in de [straat] , maar stelt dat [naam uitbater] , met wie hij was gaan samenwerken in het kader van de uitbreiding van diens zaak met catering- en bezorgdiensten, het had doen voorkomen alsof hij alle rechten op de naam en het logo van TJIN'S had. TJIN'S erkent dat [naam uitbater] tot het gebruik van naam en logo van TJIN'S gerechtigd is, maar stelt dat dat gebruik is beperkt tot de vestiging aan het [naam zaak] . Wat er in dat verband precies is afgesproken tussen TJIN'S en [naam uitbater] is niet duidelijk, aangezien daarvan geen schriftelijke stukken in het geding zijn gebracht en de verklaringen daarover niet eenduidig zijn. Een ondubbelzinnige verklaring van [naam uitbater] , die overigens geen partij is in dit kort geding, ontbreekt eveneens.
4.7.
Wat daarvan ook zij, in ieder geval is niet aannemelijk geworden dat [naam uitbater] gerechtigd was om de handelsnaam “TJIN'S” (of Tjin’s) en het logo aan [gedaagde 1] . over te dragen, in die zin dat [gedaagde 1] . daarmee zelfstandige vestigingen zouden kunnen exploiteren, met gebruikmaking van die naam en het logo, noch dat [naam uitbater] tot een dergelijke overdracht daadwerkelijk is overgegaan. Bovendien had het op de weg van [gedaagde 1] gelegen om nader onderzoek te verrichten op dit punt, nu hij met het bestaan van TJIN'S in de [straat] en haar naamsbekendheid op de hoogte was. Daarnaast staat vast dat de samenwerking tussen [naam uitbater] en [gedaagde 1] . – wat daarvan ook de precieze inhoud was, waarover partijen eveneens van mening verschillen – inmiddels is geëindigd en dat [naam uitbater] geen enkele betrokkenheid heeft bij de door (franchisenemers van) [gedaagde 1] . thans geëxploiteerde vestigingen. [gedaagde 1] . kunnen zich dus niet met succes beroepen op de samenwerking met [naam uitbater] als grond voor het (blijven) voeren van de handelsnaam “TJIN'S” en het gebruik maken van het logo.
4.8.
Op grond van artikel 5 van de Handelsnaamwet is het verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.
4.9.
Nu [gedaagde 1] . op basis van de samenwerking met [naam uitbater] geen gronden (meer) heeft om de naam TJIN'S (of Tjin's) te voeren, heeft TJIN'S terecht betoogd dat het [gedaagde 1] . verboden is om die naam ter aanduiding van hun ondernemingen verder nog te gebruiken. Dat van een dergelijk gebruik verwarring bij het publiek te duchten valt is op basis van de in het geding gebrachte producties voldoende aannemelijk, gelet op de aard van de ondernemingen, de plaats van vestiging en het relevante publiek. Uit de producties kan worden geconcludeerd dat verwarring niet alleen te duchten valt, maar zich inmiddels ook heeft voorgedaan. [gedaagde 1] . hebben dat overigens op zichzelf ook niet betwist.
4.10.
Op grond van het hiervoor overwogene is in de gegeven omstandigheden ook het gebruik van het logo, waarmee inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten waarvan kan worden aangenomen dat die TJIN'S toekomen, onrechtmatig.
4.11.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde 1] . het gebruik van de naam TJIN'S en van het onder 2.9 weergegeven logo ter aanduiding van haar ondernemingen zal moeten staken en gestaakt moeten houden. De daarop gerichte vordering van TJIN'S onder I zal daarom worden toegewezen, waarbij een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis, om de thans nog benodigde aanpassingen te realiseren een redelijke termijn wordt geacht.
4.12.
Ook de vordering onder II is op grond van het voorgaande toewijsbaar, met dien verstande dat de veroordeling, ter vermijding van executiegeschillen, zal worden beperkt tot derden van wie in dit kort geding aannemelijk is geworden dat [gedaagde 1] . daarmee zaken hebben gedaan, en uitsluitend voor zover het gaat om gebruikmaking van de naam TJIN'S in relatie tot aan [naam] gelieerde ondernemingen en op de wijze zoals in het dictum vermeld. Ook hieraan zal een termijn van 14 dagen na de betekening van het vonnis, worden verbonden.
4.13.
Met betrekking tot de vordering onder III om de URL’s die de handelsnaam “TJIN'S” bevatten, waaronder [website] , [website] en [website] .nl kosteloos aan TJIN'S over te dragen, wordt het volgende overwogen.
4.14.
[gedaagde 1] . hebben niet betwist dat de website [website] nog in de lucht is, en op naam staat van en verwijst naar (de franchisenemer van) [naam] . Dit gebruik moet als een inbreuk op de handelsnaam van TJIN'S worden aangemerkt en dus worden gestaakt, wat valt onder de veroordeling bedoeld onder 4.11. Bij een overdracht van deze naam aan TJIN'S heeft TJIN’S echter onvoldoende belang, aangezien zij geen vestiging aan het [naam zaak] heeft.
4.15.
Tussen partijen is niet in geschil dat de domeinnaam [website] op naam staat van [naam uitbater] en doorlinkt naar Tjin’s [naam zaak] . Aangezien [naam uitbater] gerechtigd is tot het gebruik van de naam Tjin’s bestaat geen grond voor overdracht van deze domeinnaam aan TJIN'S. Dat in het WHOis-register op internet ( [website] ) het telefoonnummer van [naam 7] is vermeld, en het adres aan de [naam zaak] , maakt dat niet anders.
4.16.
Volgens [gedaagde 1] . staat de domeinnaam [website] op naam van [naam site] . TJIN'S heeft dat niet, althans onvoldoende, betwist. [gedaagde 1] . zal dus – en dit valt onder de veroordeling bedoeld in 4.11 – [naam site] moeten aanschrijven om het gebruik van deze domeinnaam ter aanduiding van een van de vestigingen van [gedaagde 1] . te staken, maar dat kan geen grond zijn voor overdracht van de domeinnaam, aangezien [naam site] geen partij is in dit kort geding.
4.17.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen onder III zullen worden afgewezen.
4.18.
TJIN'S heeft ook gevorderd dat [gedaagde 1] . rectificaties zullen plaatsen, in hun filialen, op hun websites en in tenminste één regionale en één nationale krant. Deze komen erop neer dat [gedaagde 1] . voor eigen gewin ten onrechte de naam en het logo van TJIN'S hebben gebruikt en de goede naam en reputatie van TJIN'S hebben geschaad. Daarover wordt het volgende overwogen.
4.19.
Zoals uit het hiervoor overwogene voortvloeit is [gedaagde 1] . niet gerechtigd tot het voeren van de handelsnaam en het gebruik maken van het logo van TJIN'S. Voorshands valt echter niet uit te sluiten dat [gedaagde 1] . – al had het op de weg van [gedaagde 1] gelegen om nader onderzoek te doen – vóórdat TJIN'S hen daarop aansprak, er vanuit gingen dat dit gebruik in het kader van de samenwerking met [naam uitbater] was toegestaan. TJIN'S had misverstanden daarover kunnen voorkomen door met [naam uitbater] duidelijke afspraken op schrift te stellen, wat kennelijk niet is gebeurd. Verder hebben [gedaagde 1] . terecht aangevoerd dat de sommaties van TJIN'S in helderheid te wensen overlieten. Zo was de sommatie van februari 2017 alleen gericht op het logo en bevatten de nadere sommaties slordigheden ten aanzien van de verschillende vestigingen. Een eenduidige sommatie met betrekking tot het staken van het gebruik van de naam TJIN'S ontbrak. Voorts hebben [gedaagde 1] . hun handelsnaam met enige voortvarendheid gewijzigd in “ [naam bezorgservice] ” en hun websites aangepast, ook al zitten daaraan nog wat losse eindjes. Onder deze omstandigheden worden de gevorderde rectificaties disproportioneel geacht en wordt met de uitgesproken veroordelingen onder I. en II. voldoende aan de belangen van TJIN'S tegemoet gekomen. Weliswaar kan niet worden uitgesloten dat [gedaagde 1] . bij het werven van hun klanten hebben meegelift op de naamsbekendheid van TJIN'S, en ook niet dat de kwaliteit niet bij alle vestigingen op hetzelfde niveau was als de kwaliteit van de broodjes van TJIN'S in de [straat] , maar dat kan in de gegeven omstandigheden vooralsnog niet zonder meer als een onrechtmatige daad van [gedaagde 1] . worden gekwalificeerd.
Dit betekent dat de op rectificatie gerichte vorderingen worden afgewezen.
4.20.
De toewijzing van de vordering onder VIII zal worden beperkt tot de gegevens van de daar concreet genoemde derden, aangezien het onder II genoemde bevel alleen op die contractspartijen van [gedaagde 1] . ziet.
4.21.
De vordering onder IX – [gedaagde 1] . te bevelen een volledig overzicht aan TJIN'S te doen toekomen van de producten en de hoeveelheid daarvan die zijn ingekocht en verkocht onder gebruik van de handelsnaam “TJIN'S” dan wel ten behoeve van de respectievelijke ondernemingen waarvoor gedaagden de naam “TJIN'S” hebben gebruikt – lijkt een vordering gebaseerd op een merkenrecht, dat hier niet aan de orde is. TJIN'S heeft niet, althans onvoldoende toegelicht, wat haar belang is bij deze vordering.
4.22.
Ook vermag de voorzieningenrechter niet in te zien welk belang TJIN'S heeft bij een separate toewijzing van de vorderingen uit de aanvulling van eis, nu de vorderingen onder I en II al zijn toegewezen. Ten aanzien van de domeinnamen geldt dat deze op dezelfde gronden als hiervoor genoemd, niet toewijsbaar zijn. Ook bij een veroordeling van [naam] om de overige gedaagden te verplichten zich te houden aan de bevelen en/of een hoofdelijke veroordeling van de vennoten van Tjin's [naam zaak] ontbreekt een belang aan de kant van TJIN'S, aangezien deze al ieder voor zich (hoofdelijk) zijn veroordeeld tot het staken van het maken van inbreuk.
4.23.
De dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd, zoals hierna in het dictum vermeld.
4.24.
Als de op belangrijke punten in het ongelijk gestelde partij zullen [gedaagde 1] . worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van TJIN'S. Met inachtneming van de indicatietarieven in zaken de intellectuele eigendomsrechten betreffende zal een bedrag van € 6.000,- worden toegewezen voor het salaris advocaat.
4.25.
De termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv zal worden gesteld op zes maanden, aangezien TJIN'S daartegen op zichzelf geen verweer heeft gevoerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt gedaagden, met ingang van 14 dagen na de betekening van dit vonnis, om de handelsnaam “TJIN'S” te hanteren ter aanduiding van hun ondernemingen en/of om in dit verband gebruik te maken van het onder 2.3 vermelde logo;
5.2.
beveelt gedaagden om de onder 2.13 genoemde derden, te weten, [naam bedrijfskantine] , Restaurant [naam restaurant] , [naam site] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] .
voor zover gedaagden met hen hebben gecontracteerd, binnen 14 dagen na de betekening van het vonnis, schriftelijk met toezending van een kopie aan TJIN'S, op te dragen de handelsnaam “TJIN'S” ter aanduiding van de ondernemingen van [gedaagde 1] . en het gebruik in verband daarmee van het onder 2.3 genoemde logo, te staken en gestaakt te houden;
5.3.
bepaalt dat gedaagden hoofdelijk een aan TJIN'S te betalen dwangsom verbeuren van € 500,- voor iedere keer of iedere dag, dit naar keuze van TJIN'S, dat zij in strijd handelen met het onder 5.1 en/of onder 5.2 bepaalde, met een maximum, voor ieder van hen, van € 20.000 ,-;
5.4.
veroordeelt [gedaagde 1] . hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van TJIN'S begroot op:
– € 80,42 € 80,42 aan explootkosten,
– € 80,42 € 618,- aan griffierecht en
– € 80,42 € 6.000,- aan salaris advocaat;
5.5.
stelt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Berkhout, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 september 2017. [1]

Voetnoten

1.type: MB