Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om het gezag van de moeder over de minderjarige te beëindigen en de oma tot voogd te benoemen. De rechtbank heeft op 20 september 2017 uitspraak gedaan en het verzoek van de Raad afgewezen. De minderjarige woont sinds maart 2015 bij zijn oma, en de rechtbank oordeelde dat de huidige situatie goed verloopt. De moeder heeft aangegeven dat zij de rol van oma in de zorg en opvoeding van de minderjarige niet wil veranderen en dat zij haar eigen rol meer ziet als ondersteunend. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van de minderjarige, waardoor het verzoek tot beëindiging van het gezag niet wordt toegewezen. De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van het subsidiaire verzoek om de oma tot voogd te benoemen, aangezien het primaire verzoek is afgewezen.