Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- het tussenvonnis van 14 juli 2017 waarin een verschijning van partijen ter terechtzitting is bevolen tot het geven van inlichtingen aan de kantonrechter en het beproeven van een schikking,
- het proces-verbaal van de op 7 september 2017 gehouden mondelinge behandeling met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen,
- de brief van 13 september 2017 van de raadsman van WTS met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
1.De verdere beoordeling
Het opleidingsprogramma van Flight Attendant Colleges is in samenwerking met verschillende luchtvaartmaatschappijen ontwikkeld en sluit dan ook perfect aan op hun selectiecriteria. (…) Kandidaten voor Flight Attendant College worden daarom zorgvuldig geselecteerd. Maar, na deze specialistische opleiding heb je dan ook een trefzekere stap in de richting van een boeiende loopbaan gezet.” Overwogen wordt dat deze tekst onvoldoende is om [eiseres] in de veronderstelling te brengen dat zij met een diploma van de opleiding bij elke of in elk geval de meeste luchtvaartmaatschappij(en) in aanmerking zou kunnen komen voor een baan als grondstewardess. Wel wekt de tekst de indruk dat de opleiding toegang geeft tot een functie bij een flink aantal luchtvaartmaatschappijen.
“Al onze grondafhandeling wordt uitbesteed aan Menzies. Ik heb even onze operationeel manager bij Menzies gevraagd of hij bekend was met deze opleiding. Dat was niet het geval”).WTS heeft aangevoerd dat een aantal zeer succesvolle luchtvaatmaatschappijen (zoals Easyjet en Ryanair) geen vooropleidingseisen stellen. Ook heeft zij als productie 16 een document met namen van luchtvaartmaatschappijen en hun afhandelaars op Schiphol in het geding gebracht waaruit volgt dat van de 76 luchtvaartmaatschappijen die op Schiphol vliegen, 36 worden afgehandeld door Aviapartner/Menzies die de werving en selectie van grondstewardessen hebben ondergebracht bij uitzendbureau Skyjob, waarvoor NLQF 4, en dus de opleiding van WTS, volstaat. Hier heeft [eiseres] geen relevante feiten of omstandigheden tegenover gesteld. Het voorgaande betekent dat de opleiding toegang geeft tot een functie als grondsteward(ess) bij een zeer belangrijk deel van de luchtvaartmaatschappijen die op Schiphol vliegen zodat het betoog van [eiseres] dat zij door de tekst in het promotiemateriaal op het verkeerde been is gezet niet wordt gevolgd.
Aanbevolen minimale vooropleiding: HAVO/MBO-3/(…)/NLQF-3/EQF-3 (…)
een schematisch overzicht in het informatiemateriaal”. Uit het door [eiseres] als productie 4 bij dagvaarding overgelegde schematisch overzicht blijkt (voor zover al leesbaar) niet dat de genoemde indruk is gewekt. Het genoemde overzicht lijkt eerder juist een inschaling van door de overheid gereguleerde kwalificaties te bevatten in het NLQF en EQF (in plaats van omgekeerd). Het overzicht vermeldt immers
“In onderstaande afbeelding is te zien hoe alle Nederlandse publieke kwalificaties in het NLQF zijn ingeschaald” en “Schematisch overzicht generieke inschaling in NLQF en EQF van door de overheid gereguleerde kwalificaties”. Daarmee wordt naar het oordeel van de kantonrechter niet de indruk gewekt dat de door [eiseres] gevolgde opleiding een MBO 4 opleiding is.