ECLI:NL:RBAMS:2017:7547
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan stichting voor overtreding van de Huisvestingswet
Op 26 september 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen een stichting, eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder. De zaak betreft een bestuurlijke boete die aan de stichting was opgelegd voor een overtreding van de Huisvestingswet. In het primaire besluit van 6 november 2015 was de boete van € 12.000,- opgelegd aan de bestuurder van de stichting, [de man]. Echter, tijdens de zitting werd duidelijk dat het bestreden besluit ten onrechte aan de stichting was gericht, terwijl de boete oorspronkelijk aan de bestuurder was opgelegd. De gemachtigde van verweerder erkende deze fout en trok het bestreden besluit in.
Eiseres heeft vervolgens haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank overwoog dat, ingevolge artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet had betwist dat eiseres recht had op vergoeding van de proceskosten, die forfaitair zijn vastgesteld op € 990,00. Daarnaast diende verweerder het griffierecht van € 168,- aan eiseres te vergoeden, aangezien het griffierecht was voldaan en verweerder aan het beroep was tegemoetgekomen.
De uitspraak werd gedaan door rechter T.L. Fernig-Rocour, in aanwezigheid van griffier mr. S. Tax, en werd op 26 september 2017 bekendgemaakt aan de partijen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te 's-Gravenhage.