In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 juli 2017 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1969, die momenteel verpleegd wordt in de Pompekliniek. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam op 20 juni 1991 en werd laatstelijk verlengd op 10 maart 2015 voor een periode van twee jaar. De officier van justitie heeft op 13 februari 2017 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met opnieuw twee jaar.
De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, de officier van justitie mr. R.A. Kloos en diens raadsman mr. J.T. Willemsen in openbare raadkamer gehoord. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een advies van de Pompestichting van 9 januari 2017, waarin ernstige persoonlijkheidsproblematiek werd vastgesteld, waaronder een borderline persoonlijkheidsstoornis en antisociale en narcistische trekken. De terbeschikkinggestelde heeft in het verleden moeite gehad met behandeling en samenwerking met behandelteams, wat de prognose voor een succesvolle resocialisatie somber maakt.
De rechtbank concludeert dat, gezien de risico's van recidive in pedoseksuele delicten, de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling. De beslissing is genomen in openbare raadkamer en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. J.I.M. Kuin, die buiten staat was om te ondertekenen.