Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
technical manager. Artikel 10, getiteld ‘Non-concurrentiebeding’ van haar (in 2008 voor onbepaalde tijd verlengde) arbeidsovereenkomst luidt, voor zover hier relevant:
letter of intentis opgesteld, hebben geen resultaat opgeleverd.
explanatory notes to the agenda” luiden, voor zover hier relevant, als volgt:
6. Dismissal of [verzoekster] as Managing Director of Echo(..)
3.Het geschil
Verzoeken [verzoekster]
€ 428,74;
€ 1.000,- per dag of dagdeel;
4.De beoordeling
KamerstukkenII, 2013- 2014, 33 818, nr. 3). Van een dergelijke samenhangende vordering is hier sprake, nu het besluit om [verzoekster] als statutair bestuurder te ontslaan samenvalt met het besluit om haar arbeidsovereenkomst te beëindigen door opzegging. Daarbij geldt bovendien dat niet kan worden gezegd dat de vordering zich niet leent voor een snelle behandeling zoals in het arbeidsrecht thans wordt nagestreefd. De rechtbank zal de vordering dan ook beoordelen.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Van een dergelijk uitzonderlijk geval is hier, gezien hetgeen hiervoor is overwogen, geen sprake. In het bijzonder is niet gebleken dat Echo een valse grond voor ontslag heeft aangevoerd met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren. Aldus oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van Echo, zodat die grond evenmin tot toewijzing van het verzoek kan leiden.