2.2.In opdracht van Achmea heeft verkeersongevallendeskundige [naam 2] een rapport opgesteld. In het rapport staat:
2.
Snelheid Opel:[ [naam 1] , rechtbank]
Zoals gezegd is de snelheid waarmee de Opel de afslaande beweging tot de botsplaats maakte een medebepalende factor voor de positie van de Yamaha op enig moment. Wat betreft deze snelheid geeft de Opelbestuurder in zijn laatste verklaring aan, dat zijn snelheid voor het afslaan zo tussen de 10 en 20 km/h was; er werd in de 2e versnelling gereden. […] Gezien de vermelding van de Opelbestuurder dat er in de 2e versnelling werd gereden hecht ik er waarde aan om uit te gaan van deze 10 km/h […].
3.
Snelheid Yamaha:[verzoeker, rechtbank]
Voor wat betreft de snelheid van de Yamaha zie ik in het door of vanwege de Yamahabestuurder ingevulde SAF een snelheid van 50 km/h vermeld. Daar zal ik vanuit gaan.
[…]
C. Beschouwing gedraging Opelbestuurder:
[…]
Wat betreft het richting aangeven kan ik vanuit technische zin geen uitspraak doen. Een optie was geweest om dit direct na de aanrijding aan de unit van het achter knipperlicht te onderzoek; dit is kennelijk niet gebeurd, althans heb ik geen informatie in het dossier aangetroffen.
[…]
Uit het voorgaande volgt dat de Opelbestuurder zo’n 2,5 seconde voor de botsing afsloeg. Nu dit moment mijns inziens ook de te beoordelen gedraging binnen het begrip “afslaan” is, is het zaak om te bezien waar de Yamaha zich ± 2,5 seconde voor de botsing bevond (de Yamaha kwam immers gelijk met de Opel bij de botsing). Terugkijkend vanuit de botsing is er gekeken hoeveel tijd er nodig was voor afleggen van de meter zonder aftekening (tussen botsing en einde blokkeerspoor), de geblokkeerde remming en het opbouwen van de remkracht; de resterende tijd binnen die 2,5 seconde heb ik aangehouden als een gelijke snelheid van 50 km/h (daarmee de lezing van de Yamahabestuurder volgend). Daaruit volgde, dat de Yamaha zo’n 34 meter van de botsplaats was verwijderd toen de Opelbestuurder afsloeg. […]
Binnen dit kader wijs ik toch ook nog eens naar de afbeelding hiernaast, waarbij ik 3 auto’s achter de (rode) Opel heb gepositioneerd. Hoewel ik hier willekeurige voertuigen en posities heb aangenomen, valt wel te zien, dat het mogelijk is, dat de Yamaha zich op deze afstand nog achter het laatste voertuig van de rij auto’s bevond (geel omkaderd). Het kan aldus zijn, dat de Yamaha zich daar al op de linkerrijstrook
bevond (zoals het model daar staat). Het zou ook kunnen zijn dat de Yamaha daar nog bezig was met het wisselen van de rechter naar de linkerrijstrook (blauwe pijl) en nog niet
zichtbaar was voor de Opelbestuurder (omdat de Yamaha door de rij auto’s werd afgeschermd). In dat geval is het mogelijk, dat de Opelbestuurder wel heeft gespiegeld, maar de Yamaha nog niet kon zien, hetgeen een verklaring geeft voor de lezing van de Opelbestuurder, dat hij wel heeft gespiegeld maar geen motorrijder had gezien.
C. Beschouwing gedraging Yamahabestuurder:
Zoals eerder aangekondigd heb ik ook beschouwd of een aanrijding vermijdbaar was geweest indien de Yamahabestuurder het inhalen met een lagere snelheid had uitgevoerd. Daaruit volgde dat deze mogelijkheid er al was geweest bij een snelheid van 40 km/h. Dan was wel nog een remming nodig met een gemiddelde vertraging van 5 m/s2, zijnde goed uitvoerbaar en niet zijnde een noodremming. Daarbij geldt ook dat er niet tot stilstand geremd hoefde te worden, omdat de Opel al voorlangs was toen de Yamaha de plaats van conflict zou bereiken; […]. Uit de simulatie volgt verder dat indien de Yamahabestuurder de rij voertuigen met een snelheid van 30 km/h had ingehaald, dat hij dan zonder af te moeten remmen achterlangs de afslaande Opel had kunnen rijden. Onder deze omstandigheid had de Yamahabestuurder geen hinder van de afslaande Opel ondervonden. […]