Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2017 op het verzet van
[de vrouw] , te Amsterdam, opposante.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
Op 15 februari 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzetzaak van een vrouw tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin haar beroep tegen een beslissing op bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard. De vrouw had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 25 november 2015 van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De rechtbank had op 18 mei 2016 geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het beroepschrift vijf weken na het verstrijken van de beroepstermijn was ontvangen. De vrouw heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar is niet verschenen op de zitting van 18 januari 2017, ondanks een behoorlijke uitnodiging.
De rechtbank heeft in deze verzetzaak beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was. De rechtbank concludeert dat de vrouw het bestreden besluit op 3 december 2015 heeft ontvangen, wat betekent dat de termijn voor het indienen van beroep op 26 november 2015 is aangevangen en op 6 januari 2016 is geëindigd. Het beroepschrift van de vrouw is pas op 10 februari 2016 ontvangen, wat betekent dat zij de termijn niet heeft gerespecteerd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak en heeft het verzet ongegrond verklaard. De rechtbank heeft ook geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.