ECLI:NL:RBAMS:2017:8413
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking exploitatievergunning café wegens geluidsoverlast en overtredingen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 20 november 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van de eigenaar van een café in het Centrum van Amsterdam. De burgemeester had op 12 oktober 2017 de exploitatievergunning van het café ingetrokken vanwege herhaalde overtredingen van de geluidsnormen en andere voorschriften. De eigenaar, aangeduid als [verzoeker], heeft bezwaar gemaakt tegen deze intrekking en verzocht om schorsing van het besluit totdat op het bezwaar was beslist. De burgemeester had de intrekking van de vergunning geschorst tot de uitspraak van de voorzieningenrechter. Tijdens de zitting op 10 november 2017 heeft [verzoeker] zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en mr. A. de Vries.
De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Het bleek dat [verzoeker] eerder al bestuurlijke maatregelen had gekregen vanwege overtredingen van de geluidsnormen. Ondanks waarschuwingen en eerdere maatregelen, zoals een tijdelijke sluiting van het café, heeft [verzoeker] opnieuw overtredingen begaan. De burgemeester had op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de bevoegdheid om de vergunning in te trekken, gezien de herhaalde overtredingen en de impact daarvan op het woon- en leefklimaat in de omgeving. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een lichtere maatregel rechtvaardigden en dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen. Dit betekent dat de intrekking van de exploitatievergunning van kracht blijft en het café gesloten moet blijven.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van horeca-exploitanten om zich aan de geldende regels te houden en de gevolgen van herhaalde overtredingen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om de burgemeester in zijn besluit te tegenspreken, en het verzoek van [verzoeker] is afgewezen.