Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
MR. P.J. BOS IN HOEDANIGHEID VAN CURATOR in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde sub 1],
1.De procedure
- het verlenen van verstek tegen de curator,
- het vonnis in incidenten van 22 maart 2017,
- het tussenvonnis van 5 april 2017 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord in reconventie van 17 mei 2017,
- het proces-verbaal van comparitie van 11 oktober 2017,
- de brief van mr. Neophitou van 25 oktober 2017.
2.De feiten
- Paardenmarkt 2 en Boudeloo 20 (hierna: Paardenmarkt);
- Houtmarkt 2-2A / Cornelis de Vosplein 12 (hierna: Bioscoop);
- Houtmarkt 4-4A (hierna: Kapperszaak);
- Houtmarkt 6-10 (hierna: Bankgebouw).
door de curatorkrachtens overeenstemming tussen hem en de pandhouder. Deze verkoop valt daarom binnen het toepassingsbereik van art. 57 F. en moet worden beschouwd als (een vorm van) uitoefening van het recht van parate executie van de pandhouder. Oneigenlijke lossing is dus een vorm van executie, terwijl lossing als bedoeld in art. 58 lid 2 F. juist geschiedt ter voorkoming van uitoefening van het recht van executie. Anders dan het middel inhoudt, dienen eigenlijke en oneigenlijke lossing, zowel bij pand als bij hypotheek, aldus van elkaar te worden onderscheiden.”
3.Het geschil
in conventie
primair
althansbepaling op grond van artikel 3:300 lid 1 BW dat het vonnis in de plaats treedt van de door GTL voor de doorhaling te verrichten handelingen en [bedrijf 1] te machtigen zelf de doorhaling met dit vonnis te bewerkstelligen;
4.De beoordeling
- uitdrukkelijk kenbaar heeft gemaakt dat Bioscoop onderhands wordt verkocht indien en zodra er met ABN AMRO overeenstemming zou worden bereikt;
- heeft aangegeven in te stemmen met de totstandkoming van een koopovereenkomst met de faillissementsboedel tegen een door ABN AMRO te aanvaarden prijs.