1.15.Bij dagvaarding van 20 februari 2017 heeft [eiseres] een vordering jegens NRC Media en WPK ingesteld. Bij verzoekschrift van 27 februari 2017 heeft [eiseres] de kantonrechter verzocht het ontslag op staande voet van 9 februari 2017 te vernietigen, waarbij zij nevenvorderingen heeft ingesteld. De zaken zijn tegelijk mondeling behandeld.
Vordering in conventie
2. [eiseres] heeft bij dagvaarding van 20 februari 2017 gevorderd - samengevat - primair een verklaring voor recht dat tussen [eiseres] en NRC Media, dan wel tussen [eiseres] en WPK, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaat, althans de arbeidsover-eenkomst voor onbepaalde tijd dient te worden verlengd. Daarnaast vordert [eiseres] wedertewerkstelling op straffe van een dwangsom, doorbetaling loon en overige emolumenten vanaf 1 december 2016, vermeerderd met de wettelijke verhoging, wettelijke rente en buitengerechtelijke- en proceskosten. Subsidiair vordert [eiseres] een deugdelijke eindafrekening van het dienstverband per 1 december 2016, met uitbetaling van 11 niet genoten vakantiedagen, het pro rata vakantiegeld en onkosten tot een bedrag van € 444,24.
3. Zij stelt hiertoe, zakelijk weergegeven, dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met NRC Media na 1 december 2016 is voortgezet voor onbepaalde tijd. Immers als gevolg van de besluitvorming van NRC Media en de feitelijke voortzetting van Mindshakes na november 2016 is aan de vereisten voor de contractverlenging van [eiseres] voldaan. Dat betekent dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen [eiseres] en NRC Media. Als de redenering van NRC Media moet worden gevolgd dat de activiteit Mindshakes naar WPK is overgegaan, dan is sprake van overgang van onderneming, waardoor [eiseres] van rechtswege bij WPK in dienst is gekomen. [eiseres] was op het moment van de overgang van onderneming namelijk in dienst bij NRC Media. Dan gaan alle verplichtingen tussen NRC Media en [eiseres] over op WPK, terwijl NRC Media nog een jaar aansprakelijk is voor de deugdelijke nakoming van de verplichtingen ten aanzien van [eiseres] .
4. Voor wat betreft de nevenvorderingen stelt [eiseres] als volgt. Zij heeft getracht buiten de procedure haar rechten en de daarmee gepaard gaande vorderingen veilig te stellen, vandaar dat NRC Media en WPK aansprakelijk zijn voor buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 875,00. Tot slot maakt [eiseres] aanspraak op nakosten.
5. NRC Media en WPK stellen als verweer dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in december 2015 is verlengd. Daaraan is de voorwaarde verbonden dat NRC Media [eiseres] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou aanbieden, als de directie van NRC Media Mindshakes zou voort zetten. Dat is destijds bij de verlenging zo afgesproken, omdat Mindshakes nog onvoldoende commercieel resultaat had laten zien. Het verlies van Mindshakes was in 2015 € 262.000,- en in 2016 nog zelfs iets meer, namelijk € 264.000,-. De omzet van Mindshakes die aan [eiseres] kan worden toegerekend was niet meer dan € 58.896,- over heel 2016. [eiseres] kon bij lange na niet waarmaken waarvoor zij was aangenomen. NRC Media kon Mindshakes bij dit soort verliezen niet voortzetten.
6. In oktober 2016 heeft [naam 1] van NRC Media [eiseres] per brief laten weten dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden en dus van rechtswege zou eindigen op 30 november 2016. Daar heeft [eiseres] zich toen tegen verzet omdat zij meende dat Mindshakes pas in december 2016 zou stoppen en [eiseres] dan al in vaste dienst zou zijn. Uit coulance heeft NRC Media [eiseres] daarna nog een voorstel gedaan, maar dat heeft [eiseres] niet geaccepteerd. Het tegenvoorstel van [eiseres] was buitensporig en voor NRC Media niet acceptabel.
7. Mindshakes is op 30 november 2016 door NRC Media stopgezet en het merk is per die datum overgedragen aan WPK. Die heeft Mindshakes nog enige tijd in de lucht gehouden, zonder bemoeienis van NRC Media. Op 4 januari 2017 heeft WPK bekend gemaakt dat Mindshakes werd gestaakt.
8. NRC Media en WPK menen daarbij dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in haar vordering, dan wel dat deze moet worden afgewezen, nu [eiseres] buiten de termijn van artikel 7:686a BW haar vordering heeft ingediend. Indien al sprake is van een arbeidsover-eenkomst voor onbepaalde tijd dan moet de brief van 19 oktober 2016 worden aangemerkt als een opzegging van die arbeidsovereenkomst, waartegen [eiseres] tijdig had moeten opkomen. Dat heeft zij pas bij dagvaarding van 20 februari 2017, en dus niet binnen 2 maanden na 1 december 2016 - derhalve vóór 1 februari 2017, gedaan.
In reconventie
9. NRC Media en WPK vorderen in reconventie veroordeling van [eiseres] tot betaling van het bedrag van € 12.100,- nu [eiseres] een kansloze procedure is gestart. Zij is daarop gewezen in de brief van de gemachtigde van 9 februari 2017. Door toch te dagvaarden heeft [eiseres] NRC Media en WPK onnodig op kosten gejaagd, zodat zij veroordeeld dient te worden deze werkelijke kosten te vergoeden.
10. [eiseres] verweert zich daartegen met de stelling dat zij ontvankelijk is in haar vordering, dat van een termijnoverschrijding geen sprake is en dus dat deze vordering afgewezen behoort te worden.