Uitspraak
- een toelichting van A. BV en een toelichting van B.
€ 8.000,- (exclusief kantoorkosten en BTW) bijdraagt in B.’s kosten van rechts-bijstand, die zijn gemaakt in verband met de vaststellingsovereenkomst en het voeren van deze procedure.
Vraag a :is A. BV op basis van de WNT gerechtigd de door beide partijen als passend aange-merkte ontslagvergoeding (zijnde de wettelijke transitievergoeding) aan B. uit te betalen en, voor het geval deze vraag ontkennend wordt beantwoord, kan de kantonrechter een passende vergoeding vaststellen?
Vraag b :is A. BV op basis van de WNT gerechtigd met ingang van 1 november 2016 tot uiterlijk 1 juni 2017 het beloningsverschil aan B. uit te betalen?
Vraag c :in hoeverre is A. BV op basis van de WNT gerechtigd naast de onder vraag (a) genoemde ontslagvergoeding ook de vergoeding voor rechtsbijstand uit te keren?
Vraag (a): de transitievergoedingA. BV voert met betrekking tot
vraag (a)aan, samengevat en zakelijk weergegeven, dat het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst van haar is uitgegaan. Van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten zijdens B. is geen sprake. De transitie-vergoeding komt voor B. uit op een bedrag van € 226.596,09 bruto, hetgeen minder is dan een jaarsalaris. A. BV en B. vinden dit een redelijke beëindigingsvergoeding.
13 juni 2016 (ECLI:NL:RBAMS:2016:3672) en van de rechtbank Midden Nederland van 17 juni 2016 (ECLI:NL:RBMNE:2016:3347). Waar in die twee zaken een transitie-vergoeding van boven het maximum van de WNT mocht worden uitgekeerd, is er geen reden om in deze zaak anders te oordelen.
Vraag (b): het beloningsverschil
vraag (b)voert A. BV aan dat B. in de opzegtermijn, die loopt van 1 november 2016 tot (uiterlijk) 1 juni 2017, met behoud van haar oude arbeids-voorwaarden een tijdelijke functie zal vervullen die qua primaire en secondaire loon-componenten lager is ingeschaald dan de functie directeur …. Bij A. BV rijst de vraag of het beloningsverschil moet worden gekwalificeerd als verkapte ontslagvergoeding en naast de transitievergoeding mag worden uitgekeerd. Nu geen sprake is van verkapte non-activiteit en evenmin van een verkapte ontslagvergoeding, meent A. BV gerechtigd te zijn de eerdere arbeidsvoorwaarden van B., derhalve inclusief het beloningsverschil, te mogen handhaven.
vraag (b)meent B. dat artikel 2.10 lid 3 WNT niet aan de orde is. De daar bedoelde situatie beoogt ontduiking van de WNT middels een langere door partijen afgesproken periode, waarin de topfunctionaris vooruitlopend op het einde van het dienstverband geen arbeid meer verricht maar wel salaris ontvangt, te voorkomen. Daarvan is in casu geen sprake. B. heeft contre coeur ingestemd met een wijziging van haar functie; niet met een periode van non-activiteit.
Vraag (c): vergoeding rechtsbijstandA. BV twijfelt of de vergoeding voor rechtsbijstand van B. gekwalificeerd moet worden als “uitkering wegens beëindiging van het dienstverband”, als bedoeld in artikel 3.7 lid 1 WNT. A. BV meent dat de vergoeding voor rechtsbijstand van B. niet op andere wijze behandeld zou moeten worden dan de uitkeringen die worden voldaan tijdens het dienstverband. In overleg met de belastingdienst heeft A. BV het beleid vastgesteld dat kosten voor rechtsbijstand tot € 2.400,00 kunnen worden opgenomen in de vrije ruimte van de (fiscale) werkkostenregeling. Het meerdere mag A. BV - in haar optiek - niet boven de beëindigingsvergoeding aan B. uitkeren.
vraag (c)heeft B. aangevoerd dat de omstandigheid dat A. BV met de belastingdienst overleg heeft gevoerd over de vrije ruimte binnen de (fiscale) werk-kostenregeling, niet meebrengt dat de vergoeding van rechtsbijstand (boven de
€ 2.400,00) als “uitkering wegens beëindiging van het dienstverband” kwalificeert. De wijze waarop de betaling geschiedt is immers niet doorslaggevend voor de kwalificatie van de vergoeding. Een afspraak met de belastingdienst is daarvoor niet leidend.
Artikel 2.10 lid 1:
Partijen komen geen uitkeringen overeen wegens beëindiging van het dienstverband, die gezamenlijk meer bedragen dan de som van de beloning en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn over de twaalf maanden voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband, tot ten hoogste € 75.000,-.Artikel 2.10 lid 3:
Voor de toepassing van deze wet wordt bezoldiging over een periode waarin de topfunctionaris vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband geen taken meer vervult, aangemerkt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband en wordt de datum waarop de topfunctionaris de uitoefening van zijn taken beëindigt aangemerkt als datum waarop het dienstverband beëindigt.
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband: de som van uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en beloningen betaalbaar op termijn die betrekking hebben op de beëindiging van het dienstverband, met uitzondering van uitkeringen die voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift
Ten aanzien van de functionaris in dienstbetrekking wordt, voor zover niet in het tweede lid uitgezonderd, in ieder geval tot de bezoldiging in de zin van de wet gerekend:w. overige vaste en variabele belastbare vergoedingen ter dekking van zakelijke kosten;y. doorbetaling van de in dit genoemde componenten tijdens ziekte, tijdens (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid, tijdens een sabbatical, tijdens schorsing van de functionaris hangende een onderzoek en tijdens vakantie;(….)
Ten aanzien van de functionaris in dienstbetrekking wordt in ieder geval niet tot de bezoldiging in de zin van de wet gerekend:e. vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in zijn aangewezen, waaronder begrepen de gerichte vrijstellingen als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, van die wet en op nihil gestelde verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.7, 3.9 en 3.10 van de uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (werkkostenregeling).
Tot de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband in de zin van de wet wordt, voor zover niet in het tweede lid uitgezonderd, in ieder geval gerekend:a. de tussen partijen of de tussen de werkgever en de topfunctionaris overeengekomen vergoeding wegens beëindiging van het dienstverband;b. de uitkering van een bedrag ineens of in termijnen uit hoofde van een afvloeiingsregeling;c. de door de rechter vastgestelde uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, met dien verstande dat de betaling van een door de rechter vastgestelde uitkering die het maximum, bedoeld in de artikelen 2.10, eerste lid, en 3.7, eerste lid, van de wet overschrijdt, niet onverschuldigd is.en artikel 4 lid 2:
2. Tot de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband wordt niet gerekend de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband die voortvloeit uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift, doch slechts voor zover de uitkering rechtstreeks, dwingend en eenduidig daaruit voortvloeit.
21.Beoordeling (a)
genormeerddoor de WNT, in die zin dat de transitievergoeding voor een topfunctionaris onder de WNT nooit meer dan
€ 75.000,00 bruto zou mogen bedragen, ook niet in het geval dat artikel 7:673 jo artikel 7:673a BW tot een hoger bedrag leidt.
25.Beoordeling (b)Het verbod van artikel 2.10 lid 3 WNT (de non-activiteitsregeling) heeft als doel misbruik en omzeiling van de WNT, door topfunctionarissen met behoud van salaris en vrijstelling van werkzaamheden langer in dienst te houden, tegen te gaan. Daarvan is in casu echter geen sprake. Hier betreft het de wettelijke c.q. contractuele opzegtermijn van B. en is geen periode van non-activiteit overeengekomen of sprake van het ophouden van het vervullen van taken met behoud van loon. Evenmin is sprake van een dusdanig veel lagere functie of zulke beperkte werkzaamheden, dat aanleiding bestaat om te veronderstellen dat partijen trachten het verbod van artikel 2.10 lid 3 WNT te omzeilen.
27.Beoordeling (c)
bezoldigingscomponentenkunnen zijn, als tenminste sprake is van overige vaste en variabele belastbare vergoedingen ter dekking van zakelijke kosten als bedoeld in artikel 2 lid 1 sub w Uitvoeringsregeling WNT.